maandag 30 januari 2017

Archives Portal Europe

Vanaf vandaag zijn de inventarissen van het stadsarchief ook te raadplegen via het Archives Portal Europe. Dit Europees project startte enkele jaren geleden op initiatief van de nationale archieven.

Ondertussen zijn bijna 7.000 archiefinstellingen uit Europa vertegenwoordigd. In België zijn echter alleen de inventarissen van de Rijksarchieven te raadplegen.

Maar sinds vandaag (als eerste stadsarchief in België !) zijn er meer dan 35.000 beschrijvingen van het stadsarchief te raadplegen via de Europese website. Vooral voor historische onderzoekers is het Archives Portal Europe een belangrijk werkinstrument.

Behalve via www.archivesportaleurope.net kan je nog steeds onze inventarissen en beeldbank raadplegen via www.beeldbanktongeren.be  Die laatste wordt momenteel trouwens in een nieuw jasje gestoken.

donderdag 26 januari 2017

In 1694 wisten ze het al

Alvorens verder te lezen en om ruzie te voorkomen, de titel is ludiek bedoeld…

Op 17 juni 1694 schrijft de Schotse graaf James of Perth een brief naar zijn zus. In die periode maakte de graaf een reis in Europa en hield zijn zus per brief op de hoogte van die reis.

Graaf James en zijn vrouw kwamen de dag voordien uit Aken waarna ze een tussenstop maakten in Maastricht om te overnachten. Daar ontmoeten ze een jonge baron die zelfs Engels had geleerd (de verwondering bij het Schotse echtpaar was blijkbaar heel groot). Hij wilde zich aan de wereld onttrekken en kapucijner-monnik worden. Hij vertelde zijn levensverhaal en iedereen was die avond in tranen…

De volgende dag ging de reis verder via Tongeren (het echtpaar was onderweg naar de kust). Hier zaten ze aan tafel met een mevrouw uit Antwerpen die naar die stad terugkeerde (Tongeren was een tussenstop voor reizigers om het middagmaal te nuttigen). En van vrouwen uit Antwerpen wist de graaf “who generally are of no quality, proud, rich and uneasy to please”. De echtgenote van de graaf en de Antwerpse dame kregen uiteindelijk ook ruzie over de hertogin van Arenberg die de Antwerpse absoluut niet kon uitstaan… Of waar ruzies over kunnen gaan…

 

Wie meer wil weten over de graaf van Perth https://en.wikipedia.org/wiki/James_Drummond,_4th_Earl_of_Perth De hertogin van Arenberg is vermoedelijk Marie-Henriette de Cusance, weduwe van Karel Eugenius van Arenberg. https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_Eugenius_van_Arenberg

 

 

dinsdag 17 januari 2017

Schatten uit de bodem : de oorlogsmedaille van Joseph Detré (1914-1918

Recent werd door erkende metaaldetectorist Eddy Huygens (Edd) een oorlogsmedaille teruggevonden in een veld tussen Blaar en Berg. Het betreft de herdenkingsmedaille die werd uitgegeven door de stad Tongeren in 1920. Iedere Tongerse oudstrijder van de Eerste Wereldoorlog had hier recht op. In het stadsarchief bewaren we een lijst van iedereen die de medaille ontving. Bij de medaille hoorde een lintje en een bewaardoosje.

Het gaat dus om een uniek stuk. De oorspronkelijke eigenaar van de medaille is ook gekend, want zijn naam staat op de achterzijde vermeld : Joseph Detré.

In de lijst waarvan we spraken, bevindt zich een Jean Detré die op 6 november 1892 in Vliermaal geboren werd (zoon van verder Pierre Detré en Elise Simons). Gezien dat die lijst toch wel als volledig mag worden beschouwd (omdat de namen in de medailles gegraveerd moesten worden) veronderstellen we dat de Joseph Detré en de Jean Detré van de lijst dezelfde zijn.

Zijn vader had zich op het einde van de negentiende eeuw in Tongeren gevestigd en woonde op de Maastrichtersteenweg.

Na de oorlog huwde Jean Detré met Catherine Lox. Hij overleed in 1956. Heel zijn leven bleef hij op de Maastrichtersteenweg wonen. De vondst van de medaille is niet heel ver uit de buurt.

 

woensdag 11 januari 2017

Een molen in de Hondsstraat

In de registers van de gemeenteraad werd door een medewerker van het stadsarchief recent nog een interessante ontdekking gedaan ; een molen in de Hondsstraat. De molen werd vermeld in 1874 toen de Hondsstraat werd verbreed. In die periode werd de straat trouwens ook doorgetrokken naar de omwalling. Hiervoor moest het huis van de familie Portugaels verdwijnen. Voordien maakte de straat een bocht via de huidige Kleine Hondsstraat naar de Putstraat.

De Hondsstraat, hoewel een korte straat met vroeger weinig bewoning, heeft desondanks een boeiende geschiedenis. Er is het verhaal van de Joden en Lombarden (geldschieters), de Berg der Barmhartigheid, het imposante Huis van Thys, sporen van een pottenbakkersfabriek en zelfs een wijngaard. Om nog niet te spreken over de Romeinse vondsten…

Maar nu dus ook een molen.

 

Je hebt verschillende soorten molens, afhankelijk of ze worden aangedreven door wind, water, elektriciteit of stoom, menselijke kracht (bv. een tredmolen) of dieren (bv. een rosmolen).

Ook de toepassing van molens zijn heel divers. Zo vinden we doorheen de geschiedenis in Tongeren sporen terug van een korenmolen, moutmolen, oliemolen, zaagmolen en volmolen.

Meest bekend zijn de molens op de Jeker (en uiteraard ook de andere waterlopen in Tongeren). En een “speciaal geval” is de molen die in de zeventiende eeuw op de omwalling stond tussen de huidige Bilzer- en Hasseltsepoort.

 

In de Hondsstraat gaat het vermoedelijk over een rosmolen (aangedreven door dieren), gebouwd begin jaren 1860. Een watermolen is niet mogelijk, een windmolen zou gekend zijn en voor een elektrisch- of stoomaangedreven molen is het nog te vroeg. En tredmolens aangedreven door mensen was daarbij niet meer gebruikelijk.

We kennen zelfs de molenaar : Victor Marie Lequieu (°Blandecq 1826) die de molen uitbaatte met zijn vrouw Hubertine Fabry en twee molenaarsknechten. Zij verhuisden in 1873 naar Luik waarna de molen (ook als fabriek bestempeld) in eigendom kwam van Jan Massa en Hendrik Machiels (Michiels) die het gebouw in 1881 lieten heropbouwen tot een woonhuis. De vraag blijft voorlopig wat er gemalen en gemaakt werd…

 

 

dinsdag 10 januari 2017

post uit Praag

Enkele maanden geleden ontvingen we de vraag of we meer informatie hadden omtrent een zekere Servaas Engels uit Tongeren die zich circa 1630 in Praag vestigde.

Verschillende weken lang hebben we heen en weer gecorrespondeerd over een bijzonder Tongenaar. Hij heeft zelfs zijn eigen Tsjechische wikipedia-pagina. https://cs.wikipedia.org/wiki/Serv%C3%A1c_Engel_z_Engelsflussu Onverstaanbaar, maar gelukkig bestaat er zoiets als Google Translate…

We vatten even het artikel op wikipedia samen : “ Servaas Engel van Engelsflussu (overleden april 1674) was een Tsjechisch edelman. Hij was oorspronkelijk een leerlooier afkomstig uit Vlaanderen en was eigenaar van het landhuis Msinek pod Brdy in Tsjechië. Zijn geboortedatum is niet bekend. Zijn vader was Servaas Engels uit Tongeren in de buurt van Maastricht, die rond 1630 met zijn gezin naar Praag verhuisde. Ze vestigden zich in de Kleine Stad waar hij het zogenaamde huis “villa Werichova” liet bouwen. In de buurt van de Karelsbrug bouwde de familie een leerlooierij. Servaas Engels onderhandelde een contract met het keizerlijk leger voor het leveren van leder en schoeisel. Hij omzeilde hierbij de Joodse handelaars en kocht rechtstreeks bij de slagers.

In 1648 werd hij geridderd omwille van zijn hulp tijdens de verdediging van de stad tegen de Zweedse troepen en kreeg het predikaat van Engelsflussu en een wapenschild. Na de dood van zijn vader huwde hij met Ludmila Röttingerovou die erfgename was van verschillende huizen, twee molens en een wijngaard in Sarka. Ludmila stierf in 1660 en Servaas Engels hertrouwde met de dochter van de Praagse primaat Nicholas Turk.

In 1655 kocht hij het vervallen kasteel van Msinek pod Brdy dat hij liet restaureren. In april 1674 overleed hij.”

 

Onze Praagse correspondente wist verder nog te melden dat Servaas Engels geboren werd in Tongeren, maar in Maastricht een leerlooierij uitbaatte. Hij was gehuwd met Maria Theresia von Guttenberg. Zijn zoon, de Servaas Engels van de wikipedia-pagina, werd geboren omstreeks 1605. Zijn dochter, Odilia, huwde in 1639 ridder Thomas Sohier von Windmiehle. Een andere zoon, Arnold Engels, was Jezuïet en overleed in 1690.

De familie van Servaas Engels zu Engelsflussu had afstammelingen tot de achttiende eeuw. Daarna kwamen hun goederen in handen van de familie Unwerth en later Kast van Ebelsberg.

 

Zover het Praagse verhaal. De vraag was natuurlijk of wij meer informatie hadden over Servaas Engels senior en junior in de Tongerse stadsarchieven. Na wat zoeken kwamen we al snel terecht bij Servaas Lenaerts (zoon van Engel Lenaerts) die ook genoemd werd Servaas Lenaerts Engelszoon. En inderdaad had Servaas Lenaerts ook een zoon geheten Servaas Lenaerts junior.

Van Servaas senior wordt vermeld dat hij in 1597 in Brussel werkzaam was. Ze hadden een herenhuis op de Piepelpoel en zijn voorouders waren eigenaar van De Engel op de Grote Markt. Deze Servaas Lenaerts wordt een laatste keer vermeld in de Tongerse archieven in 1629 bij een verkoop van goederen. Toevallig of niet is dat een jaar voor dat hij in Praag opduikt. Servaas senior had trouwens nog een andere zoon : Engel Lenaerts (genoemd naar de grootvader) die in 1610 huwde met Elisabeth Biesmans en van wie er afstammelingen waren in Tongeren.

Dat Servaas senior en junior in Praag Engels noemden en niet Lenaerts, is helemaal niet ongewoon. Het aannemen van de vadersnaam was gebruikelijk in die tijd, net zoals het aannemen van een naam verwijzend naar een plaats of beroep.