In de gichten van de Tongerse schepenbank (15e eeuw – 1796) worden heel wat Tongenaren vermeld die dienst deden als soldaat. Ook zijn er tal van processtukken over het ronselen van soldaten, misdrijven door ingekwartierde troepen, opeisingen, deserteurs, enzovoort.
Het merendeel van onze soldaten was in dienst van Holland (vooral vanaf de jaren 1630), Spanje (16e-18e eeuw), Frankrijk (15e-18e eeuw) en de Duitse keizer (16e-17e eeuw). Er zijn ook enkele exoten die in dienst waren van Pruisen (18e eeuw), de Oost-Indische Compagnie (17e-18e eeuw) en tal van Duitse vorstendommen.
Eind 17e eeuw, begin 18e eeuw waren ook heel wat stadsgenoten in dienst van de prins-bisschop van Luik die toen een eigen leger had.
En dan zijn er nog de bijzondere enkelingen : Theodoor de Menten die luitenant was in dienst van Hongarije (1742), Walter Loyens die in dienst was van Engeland (1681), Franco Menten (1671) in dienst van Lotharingen
Tenslotte vonden we ook twee soldaten in dienst van de doge van Venetië, toch wel heel ver weg…
Het gaat om Hendrik Smeyers uit Tongeren (° circa 1633) die in 1657 vaandrig (lager officier) was in de compagnie van kolonel Fabri in dienst van Venetië. Zijn broer Jan Smeyers was adjunt-secretaris van de Tongerse schepenbank en later schout van de stad.
De tweede was Mathias Driesmans (zoon van Willem) die eigenaar was van twee huisjes in de Bulkerstraat en eveneens soldaat was dienst van Venetië (1648). Hij werd geronseld in Den Bosch waar hij soldaat was in dienst van Holland. Zijn broer Jan was soldaat in dienst van Spanje en was een tijdlang gelegerd in Breda.
Veroordelingen tot de galleien waren ons al lang bekend, maar Tongenaren die in dienst gingen van de doge leek toch wel heel bijzonder. Of blijkbaar toch niet… ?
Venetië was op dat moment in een felle strijd verwikkeld om gebieden in de oostelijke Middellandse Zee. Pakweg het gebied vanaf Griekenland en Kreta naar Rhodos en de Dardanellen.
Op hetzelfde moment waren de diplomaten van de Republiek in geheel (katholiek) Europa in de weer om steun te verwerven voor hun gevechten tegen de Turken.
In die periode richtte Jan Adolf de Renesse (1588-1652) voor zijn zoon Joris Jaspar de Renesse (+ 1696) een compagnie op ten voordele van Venetië. Deze familie “van Renesse van Wulven” was de Nederlandse hoofdtak van de familie de Renesse die zich door hun huwelijk met Anna van Hamal in 1474 te ’s-Herenelderen zou vestigen.
Of de familiebanden ermee te maken hadden, weten we niet. Maar vader en zoon de Renesse stuurden hun ronselaars ook naar deze streek. Met positief gevolg. Vechten namens Venetië in de Levant moet aanlokkelijk hebben geklonken. Een deel van de specerijen kwam nog langs deze weg. Er waren de verhalen van de Grote Turk, van harems, goud, … Dit trok ook beroepsmilitairen zoals de gemelde Franse kolonel Fabri aan. Deze was hoofd van een honderdvijftig soldaten in het zogenaamde regiment Negroni waarmee hij twee veldtochten in Italië deed. Veel verder gaan onze beide Tongenaren ook niet geraakt zijn. Het initiatief van de familie de Renesse draaide op een fiasco uit. Venetië kwam zijn financiële beloften niet na, het rekruteren van soldaten ging niet van een leien dakje, het transport van de troepen was een volledige mislukking…
Hoe het verhaal afliep? Mathias Driesmans verdween uit de bronnen. Hendrik Smeyers keerde terug naar Tongeren en woonde in de Hemelingenstraat. Kolonel Fabri zette zijn loopbaan verder in Frankrijk en huwde in 1679. Joris Jaspar de Renesse werd ridder in de Duitse Orde, huwde nadien in 1665 Maria de Cupere en overleed in 1696. De Republiek Venetië overleefde de strijd tegen de Turken, maar werd in 1797 afgeschaft. Hun gebieden aan de Dalmatische kusten zouden voor nog veel strijd zorgen.
De stamboom van de familie de Renesse van ’s-Herenelderen is onder andere te raadplegen via https://nl.wikipedia.org/wiki/Van_Renesse_van_Elderen maar in het stadsarchief zijn meer uitgebreide genealogieën te vinden.
De stamboom van de familie van Renesse van Wulven is te raadplegen via http://users.skynet.be/rennes/genealogie/vanRenesse-vanWulven.htm
Het tweedelige werk “Silhouettes d’ancêtres” door graaf de Renesse en handelend over bijzondere familieleden, is eveneens in het stadsarchief te raadplegen.