Gisteren waren de collega’s van de erfgoedcel in het archief om opzoekingen te doen over het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dit voor hun driedelige uitgave over de oorlog waarvan het laatste deel binnenkort verschijnt. Een deel gaat uiteraard over de Amerikaanse aanwezigheid in Tongeren.
Tien jaar geleden ontvingen we hierover enkele bestanden van een familielid van Henry Arthur Macmillan die tijdens de oorlog chauffeur was van de staf van het 19e Legerkorps. Dit korps was opgericht in 1942 (en ontbonden in 1945). Onder het Negende en Tiende leger vocht het korps mee in de opmars van de geallieerden naar Berlijn.
Macmillan hield van de opmars een gekleurd schetsboek bij, gaande van de vernielde Franse steden tot de aanleg van een brug over de Elbe. In september 1944 was het hoofdkwartier van het korps gevestigd in het kasteel van Hamal waar ze hun “war room” inrichtten. Op 6 september gaven de Duitsers Luik over en op 7-8 september viel het Albertkanaal.
Eind september hield het korps rust in de omgeving van Tongeren. En net zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog werden bekende artiesten gevraagd om de troepen wat ontspanning te bieden : muziek en genoeg bier om de geesten terug leeg te krijgen. Een traditie die trouwens veel ouder is dan toen want doorheen de eeuwen boden legeroversten hun troepen de nodige “ontspanning” aan.
En zo trad in september 1944 Fred Astaire op aan het kasteel van Hamal. Fred Astaire (1899-1987), geboren als Frederik Austerlitz, leerde op jonge leeftijd samen met zijn zus Adele dansen en toneel spelen. Als opkomende artiesten traden ze vanaf 1917 al op voor de Amerikaanse troepen. Zijn successen kwamen op Broadway in de jaren 1920.
In de jaren 1940 was hij een beetje op zijn retour en net zoals zovele andere artiesten werd hij ingeschakeld als entertainer voor de overzeese troepen.
In de jaren 1950 bloeide zijn carrière terug op. Tot aan zijn dood zou hij blijven dansen en acteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten