Het achterste van twee paarden is samen gemeten 1,43 meter (zo werd bepaald in de Romeinse Tijd). Twee paarden waren nodig om een (strijd)wagen voort te trekken. De wegen werden hier ook op voorzien. Doorheen het Romeinse Rijk werden heerbanen gelegd met wielsporen die op voorhand werden gemaakt. Omdat deze wegen zo lang in gebruik bleven, werd die 1,43 meter bijna de standaardmaat voor een wielspoor. In Engeland werd dezelfde maat als de karrensporen gebruikt voor de eerste trams. De treinen werden op het model van de trams gemaakt, waarbij dezelfde maat werd gehanteerd.
En zo komt het dus dat onze spoorlijnen even breed zijn als het achterste van twee paarden.
Hier de link naar het artikel waarin het eerst de relatie werd gelegd tussen de breedte van de spoorrails en het Romeinse wegennet http://trove.nla.gov.au/newspaper/article/62159153
Met dank aan Jean Thysen om dit interessante weetje te delen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten