donderdag 22 september 2016

Eerste steen Ambiorixkazerne

Twee weken geleden hebben we de eerste steen van de Ambiorixkazerne tijdelijk naar het stadsarchief laten overbrengen. De steen lag los langs het paradeplein. In afwachting van de ontwikkeling van de site, zal de steen hier bewaard worden.

 

Er valt op te lezen : “Deze steen werd gelegd te Tongeren op 2 augustus 1939 door luitenant-generaal Denis, minister van Landsverdediging, ter gelegenheid van de inwijding der werken tot oprichting van de kazerne”.

Geen jaar later werd de kazerne, die nog steeds in aanbouw was, veroverd door de Duitsers. Denis nam toen ook ontslag als minister. Hij overleed in 1957.

 

woensdag 7 september 2016

Post uit India

De blog is terug uit vakantie. Na twee maanden in de “fifties” te hebben verbleven, gaan we een beetje verder terug in de tijd.

 

Vorige week kregen we een vraag over de “negentiende-eeuwse moeder Theresa”. De Saint-Joseph’s Convent School in Bandra (India) zocht meer informatie over hun zuster Theodorine, geboren Marie Caroline Mevis uit Tongeren.

De zuster werd hier geboren op 18 februari 1832 als dochter van “drankstoker” Mathieu Mevis en Marie Malherbe uit Chaudfontaine. Op 18-jarige leeftijd, in 1850 (haar vader was toen al overleden), werd ze lid van de “Kruisnonnen” in Luik. In 1852 legde ze haar geloften af als “zuster Theodorine” en de daaropvolgende jaren was ze actief met het opvangen en begeleiden van minderjarige en jonge misdadigers.

 

In 1867 kreeg ze de kans om naar India te trekken aan het hoofd van een vijfkoppige delegatie uit Luik. Ze namen hun intrek in het net opgerichte weeshuis en klooster van Bandra (nabij Mumbai/Bombay).

Zuster Theodorine gooide zich helemaal op haar tak en werd het symbool van de weeskinderen, slavenkinderen, achtergelaten kinderen, enzovoort. India was nog niet zo georganiseerd als nu en zelfs vandaag de dag zijn er nog heel was mistoestanden door het kaste-systeem. Onze zuster kwam er aan ten tijde van de zogenaamde “British Raj” toen de Britse Kroon India bestuurde. Uitbuiting was schering en inslag, slavernij ook nog.

De beginjaren van haar leven in Bandra waren voortvarend. De school werd verder uitgebouwd, ze ondernam “expedities” naar het binnenland om er missies te bezoeken.

Vanaf 1877 werd de toestand slechter. De Grote Hongersnood brak uit in India en er waren sociale onlusten. Op het einde van de negentiende eeuw was er een grote pestuitbraak die voor heel veel ellende zorgde. De zusters en vooral zuster Theodorine werden in Bandra geloofd voor hun werk en inzet en ook van de Britse overheid kregen ze erkenning.

 

Omwille van gezondheidsredenen moest zuster Theodorine in 1899 terugkeren naar Europa. In Luik nam ze haar taak terug op als hoofd van het delinquentenhuis waar zoveel jaren eerder haar taak was begonnen. Op 5 maart 1911 zou ze overlijden.

Blijkbaar hield ze over haar wedervaren een dagboek bij dat in het lokale archief van Bandra wordt bewaard (misschien nog iets dat in de toekomst kan uitgegeven worden).

Volgend jaar viert de Saint-Joseph’s Convent School de 150e verjaardag van haar aankomst in India hetgeen zowel in Bandra als in Mumbai gaat gevierd worden.

 

 

dinsdag 5 juli 2016

Back to the Fifties

Tijdens de zomermaanden brengen we iedere weekdag een verhaal over Tongeren tijdens de Fifties. Je kan dit volgen via www.geheugenvantongeren.be of via onze facebookpagina www.facebook.com/stadsarchief.tongeren

De komende twee maanden gaat het dan ook een beetje rustiger zijn op de blog. Hoewel er nog veel te vertellen is! Wie kent de heren van Sluizen en wist je dat er vroeger twee molens in Sluizen waren, of beter gezegd drie. Wat deden de voorouders van Piet Peumans in Tongeren? Wist je dat het standbeeld van Ambiorix in september 150 jaar op de markt prijkt…. Maar dat is allemaal voor na de zomer.

 

Het project over de Fifties is er echter niet zomaar gekomen. Behalve het bewaren en verzamelen van archief, wil het stadsarchief ook een maatschappelijke rol spelen. Deze functies met elkaar gekoppeld, leiden tot een project over reminiscentie (om het met een moeilijk woord te zeggen). Het komt er op neer om met huidige waarnemingen (foto’s, verhalen, film, muziek, …) een gedachte, gevoel, … van vroeger te herbeleven. De hele idee erachter is om zeventigers en tachtigers (en ouder) die jong waren in de jaren vijftig die periode te laten herbeleven.

Maar in het voorjaar van 2017 nog veel meer hierover !

 

Geniet van de verhalen. Eigen inbreng en beeldmateriaal ter aanvulling zijn steeds welkom!

 

vrijdag 1 juli 2016

Publicatie 150 jaar Ambiorix

In september 2016 staat het standbeeld van Ambiorix 150 jaar op de Tongerse markt. Voor het geschied- en oudheidkundig genootschap was dit een aanleiding om een publicatie over het beroemde beeld te brengen.

Auteur Frits Berckmans beschrijft in een 64-pagina’s tellend werk het ontstaan van het beeld. Hij vertelt over beeldhouwer Jules Bertin en weerlegt feit en fictie die het beeld omgeven.

 

De publicatie is te koop bij Toerisme Tongeren, stadsarchief Tongeren en Standaard Boekhandel aan de prijs van 8 euro.

 

donderdag 30 juni 2016

Schepenbank van Sluizen, 1447-1796

Vandaag werd aan de beeld- en archiefbank de vernieuwde inventaris van de schepenbank van Sluizen toegevoegd.

Tot nu toe waren enkel de registers geïnventariseerd. Enkele tientallen dozen “losse stukken” en “diversen” werden nooit bekeken.

In totaal telt de inventaris nu 983 stukken voor de periode 1447-1796.

 

Het merendeel van de stukken betreft processen over renten, gronden, het niet betalen van pachten, … en stukken over “krakeel”, herbergruzies en vechtpartijen.

Behalve die stukken zijn er ook heel wat openbare verkopingen, aanstellingen van schepenen, tellingen en lijsten.

 

De schepenbank van Sluizen was één van de Elf Banken van Sint-Servaas. Vanaf de oudste bronnen wordt dat kapittel uit Maastricht als grondheer vermeld. Vanaf 1785 werd de Hollandse Staten-Generaal grondeigenaar.

De parochie hing af van de kerk van Mal waarvan de pastoor door het kapittel van Tongeren werd aangesteld. Enkel het stukje Vinave (Neer-Sluizen) hing af van de parochie Glons en was Franstalig.

 

De inventaris is te raadplegen via http://www.beeldbanktongeren.be/index.php/schepenbank-sluizen-1712;isad

 

 

woensdag 29 juni 2016

Overstromingen van 1891

De recente regenlast en overstromingen zijn niet enkel een fenomeen van deze tijd zoals deze foto toont.

De foto werd genomen door iemand van de familie de Schaetzen vanop de toren van de basiliek. In het midden zie je de Sint-Janskerk met rechts “de Benedictinnen”.

Vanaf de Kastanjewal staat alles blank.

De regenval van 1891 (eind januari – begin februari) zorgde in heel Europa voor overlast. In ons eigen land is de overstroming van Leuven het meest bekend, maar vooral Frankrijk had veel te lijden.

Het zou duren tot de jaren 1950 alvorens het gebied vanaf Koninksem en Offelken langs de Motten tot aan de Kevie en Blaar, dankzij de ingrijpende werken aan de Jeker, meer gespaard bleven van dit soort overstromingen.

maandag 27 juni 2016

Tongeren en Compostela

Van 25 juni tot 14 juli (10u-18u) loopt in de winkel naast het kroningssecretariaat (Hospitaalplein) een fototentoonstelling van Tongenaren die naar Santiago de Compostela geweest zijn.

Maar hoe kwam Tongeren nu in contact met deze heilige en Noord-Spaanse stad?

 

In eerste instantie gebeurde dit om vrome redenen. Eén van de oudste vermeldingen van pelgrimage naar Compostela vinden we terug in een belangrijke legende voor deze streek, die van Sint-Evermarus. Om het verhaal kort te houden. Evermarus was een Fries edelman die leefde in de zevende eeuw. Hij bezocht met een aantal gezellen het graf van Sint-Jakob in Compostela. Bij terugkeer passeerde hij langs het graf van Sint-Trudo in Sint-Truiden en wilde via Tongeren naar het graf van Sint-Servaas gaan in Maastricht. In Rutten werd hem onderdak geboden door de “kasteelvrouwe” die echter waarschuwde voor haar man die een heiden was. Toen Evermarus en zijn reisgezelschap Rutten verlieten, werd dit ontdekt door “Kasteelheer” of “rovershoofdman” Hacco. Deze zette de achtervolging in en doodde Evermarus en zijn zeven gezellen. Uit dit verhaal zouden de latere processie naar en het evocatiespel van Evermarus te Rutten ontstaan. Dit wordt nog ieder jaar op 1 mei gevierd.

Zover de legende. Wat echter geen legende is, is dat in de tiende eeuw een kapel of kleine kerk werd gebouwd te Rutten op de plek waar nu de Sint-Evermaruskapel is gelegen. Dit zou in opdracht gebeuren van pastoor Ruzelius van Rutten in 968. De kapel werd in opdracht van abt Wedericus van Burtscheid vervangen door een stenen. De Luikse bisschop Theoduinus (1048-1075) weigerde echter deze te wijden tot hij een visioen kreeg. Zo werd de kapel alsnog in 1060 ingewijd door hem.

Het verhaal van Evermarus speelt zich weliswaar af in een tijd toen er nog geen sprake was van pelgrimage naar Compostela, maar bij de bouw van een kapel voor hem in tiende eeuw was hier wel degelijk sprake van.

Een volgende vermelding van pelgrimage dateert uit 1014 toen een monnik van de Sint-Jakobsabdij uit Luik relieken van Sint-Jakob mee terug nam. En in 1065 vond een “massale” pelgrimage plaats naar Compostela onder leiding van Robrecht, monnik van diezelfde Sint-Jakobsabdij te Luik. Hier namen ook Tongenaren aan deel.

Komt daarbij ook nog dat tal van ridders en edelen uit onze streken graag gingen vechten in het buitenland als een soort van huurlingen. We vinden ze terug aan de grenzen van toenmalig katholiek Europa. In de Baltische staten, Oost-Europa en bovenal in Spanje bij de veroveringstochten tegen de Moren.

Bewijzen van contacten tussen onze streek en Spanje zijn nog terug te vinden in de schatkamer van de OLV-Basiliek. Enkele van hun oudere textilia, reliekbeursjes, zijn afkomstig uit twaalfde- en dertiende-eeuws Spanje.

Niet iedereen ging echter om vrome redenen op bedevaart. Er waren ook zogenoemde straf- of boetebedevaarten. Bij verbanning moest de gestrafte zich in die periode op bedevaart begeven. Het canonieke recht maakte zo onderscheid tussen een grote strafbedevaart naar Rome, Santiago de Compostela, Keulen en Canterbury en een kleine strafbedevaart naar Rocamadour in Frankrijk. De wereldlijke rechtbanken namen deze boetes over en vanaf de dertiende eeuw vinden we zulke uitspraken terug. Voor Tongeren werden van klein naar groot volgende oorden als strafbedevaart genoemd : Rocamadour, Compostela en Rome.

Een veroordeelde moest zijn reis beginnen binnen veertig dagen na uitspraak van de straf. Zijn kleding moest zijn : een vilthoed, grove mantel van wol, een kalebasfles, pelgrimsstaf en een vrijgeleide. Dit is bijna het typische beeld dat we van een pelgrim hebben. Op reis mochten ze niet langer dan één dag op dezelfde plek blijven. Aangekomen in Compostela werd er gebiecht in de kathedraal en naar de communie gegaan. Hierna kreeg de veroordeelde een certificaat dat de straf was voldaan. En heel typisch ; er werden Sint-Jakobsschelpen terug mee naar huis genomen als extra bewijs.

Vanaf de veertiende eeuw werden echter steeds meer van deze strafbedevaarten afgekocht en vanaf de vijftiende eeuw stelt de schepenbank heel duidelijk ; ofwel ging men op bedevaart ofwel kocht men zijn straf af. Samen met de opkomst van meer lokale bedevaartsoorden zoals ook Scherpenheuvel en het ontstaan van lokale processies en bedevaarten zoals Maastricht, Hasselt, Susteren, Aken, … maar ook Tongeren zelf, daalde het aantal tochten naar Spanje zienderogen.

Santiago de Compostela zelf werd tijdens de Napoleontische oorlogen veroverd en geplunderd waarna de overblijfselen van Sint-Jakob bijna een eeuw “verdwenen” in de crypte van de kathedraal daar. Pas in de twintigste eeuw kwamen de pelgrimstochten terug op gang. Met de opname van de Spaanse routes op de Unesco-lijst in 1993 en de Franse in 1998 kenden de pelgrimages en het bijhorende toerisme nieuwe hoogtepunten.

 

(bron : “Zorgende handen. Een geschiedenis van het Sint-Jacobusgasthuis te Tongeren”).