maandag 29 februari 2016

Een Tongenaar in de Oost

Op 27 oktober 1767 verscheen Anna Maria Berendorff voor notaris van der Meer. Ze was de weduwe van Paulus Tournaye en trad op als erfgenaam van haar zoon Egidius Jacob Tournaye.

Blijkbaar was ze gecontacteerd door Frans Karel Ernsteyn, burger en koopman te Samarang (Indonesië), en Jan Godlief Rhüll, boekhouder op diezelfde plek.

Bij deze werd het overlijden van haar zoon gemeld alsook de vraag om zich als zijn moeder en bijgevolg erfgename te identificeren. Zo niet, zouden de nagelaten goederen van haar zoon, in de “kas” van de “compagnie” verdwijnen.

Verder werd ook Joannes M. Ross, koopman te Hougli, ingeschakeld die als belangenbehartiger van de overleden Tournaye had opgetreden.

Anno 1767 waren Samarang en Hougli bijna letterlijk het einde van de wereld. Daarmee dat we even stilstaan bij onze “Tongenaar in de Oost”.

 

Egidius Jacob Tournaye werd gedoopt in Tongeren op 23 april 1734 als zoon van Paul Leonard Tournaye (+ 1738) en Anna Maria Berendorff (+ 1773, gehuwd in 1729). Het echtpaar kreeg in totaal vier zonen en vier dochters tussen 1729 en 1737. Bijzonder was dat Egidius Jacob deel uitmaakte van een drieling (!) samen met zijn zussen Anna Maria en Maria Theresia.

Het gezin bewoonde sinds 1729 huis Het Korenvat in de Kielenstraat (huidig nummer 25) en was zeker niet onbemiddeld. Dat vader Paul Leonard Tournaye in 1738 voor het hoogaltaar van de Predikherenkerk werd begraven, is hier een bewijs van.

Egidius Jacob was niet de enige van het gezin in militaire dienst. Zijn ouder broer Jan Joseph schopte het tot kapitein (op het land weliswaar) in Hollandse dienst. Zijn jongere broer Hendrik ging ook naar de Oost. Hij vertrok in 1757 vanuit Zeeland met het schip De Baarzande naar Batavia. Het enige wat we verder van hem weten is dat hij op 15 april 1765 overleed in Batavia, nog steeds in dienst van de VOC. Dat de zonen hun heil zochten in het leger, kwam misschien door het vroege overlijden van hun vader waardoor ze hun beroepsactiviteiten elders moesten zoeken?

Een zus van hem werd begijn en zijn broer Frederik werd enkele malen burgemeester van Tongeren. Deze was ook secretaris van de schepenbanken van Oreye en Grandville en bekleedde verschillende functies in de stad. Zijn afstammelingen verwierven eind achttiende eeuw De Helm (de Casque) op de markt en in de negentiende eeuw de Sint-Jansmolen.

 

Egidius Jacob zelf vertrok op 24 oktober 1756 vanuit Zeeland met het schip De Oudkarspel (waar iets meer dan 300 bemanningsleden op konden) richting Batavia. Na vier maanden varen, arriveerden ze in februari 1757 na een ononderbroken reis aan de Kaap om proviand in te slaan. Daar verbleven ze meer dan een maand om vervolgens, na opnieuw drie maanden onafgebroken varen, op 10 juni 1757 aan te komen in Batavia. Bij zijn in dienst treden was hij korporaal.

Tijdens zijn dienst bij de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, was hij blijkens de vraag aan zijn moeder gestationeerd in Hougli en Samarang. Hougli (Chinsura) was vanaf 1632 een belangrijke handelspost van de VOC in Bengalen (nu Bangladesh). Er werd katoen, hennep en zijde, maar ook opium verscheept. Vanaf 1759 was er een inkrimping in de handelspost en in 1795 werd ze gesloten. Samarang was vanaf 1678 onder controle van de VOC en werd de hoofdstad van midden-Java (nu Indonesië). In de streek werd vooral tabak geteeld.

Hij trad uit dienst op 5 juli 1766 als “vrijburger” maar lang heeft hij hier niet van kunnen genieten. Hij moet bijna onmiddellijk overleden zijn als we lezen dat de notariële akte van zijn moeder in oktober 1767 werd opgesteld en dat een brief bijna een jaar onderweg was.

 

Hij was trouwens niet de enige Tongenaar die we op de scheepslijsten of in andere bronnen tegenkomen. Recent kwamen we nog de naam tegen van Willem Loix die in 1721 meereisde met De Nieuwvliet vanuit Zeeland en in 1743 met De Bosbeek vanuit Amsterdam tijdens welke reis hij overleed. En zo zijn er nog tientallen Tongenaren die hun geluk op duizenden kilometers hier vandaan zochten.

Dat gekozen werd voor reizen naar Oost-Indië is niet ongewoon. Met de nabijheid van Maastricht was hier een recruteringsgebied. Terwijl in de zeventiende eeuw op avontuur beluste jongemannen kozen om in dienst te treden van Frankrijk en Spanje (om bijvoorbeeld tegen de Turken te vechten), komen we hen in de achttiende eeuw vooral tegen in dienst van Luik (uiteraard), Oostenrijk en vooral de Nederlanden. Gezien dat de producten uit de Oost steeds meer ingeburgerd geraakten, maar dat er nog steeds gigantische winsten waren te rapen, moet een reis naar het Verre Oosten heel aanlokkelijk zijn geweest. De verhalen van de even gigantische sterfteaantallen door ziekte hadden hen waarschijnlijk niet bereikt…

 

Opvarenden van de VOC kan je zoeken via http://vocopvarenden.nationaalarchief.nl/default.aspx

Meer informatie over de VOC is te vinden via http://www.voc-kenniscentrum.nl/ en https://nl.wikipedia.org/wiki/Vereenigde_Oostindische_Compagnie

Over de reis naar het Oosten http://www.ethesis.net/adriaensen/adriaensen_deel_II_hfst_2.htm en http://www.vocsite.nl/geschiedenis/navigatie.html

 

woensdag 24 februari 2016

Koninksem en Plinius

Enkele weken geleden toonden we al een mooie kaart van Overhaem en Scherpenberg uit het midden van de achttiende eeuw.

Vorige week werden nog twee kaartjes gevonden.

 

De eerste dateert uit 1654 en toont de Jeker vanaf de Ruttermolen (links op de kaart) tot aan de Wijkmolen (rechts op de kaart). De kaart werd opgesteld naar aanleiding van een conflict omtrent het gebruik van de sluizen op de Jeker. Dit had namelijk gevolgen voor de werking van de lokale Tongerse molens aan de Leuren en verderop. Op de kaart zien we, behalve het gebouw van de Ruttermolen, nog de Jekerbrug van Koninksem en de aanduiding van enkele sluizen op de Jeker (de onderste aftakking is trouwens de Vloedgracht).

 

De andere kaart dateert uit 1771 en toont de dreef naar de Pliniusbron vanaf de steenweg tot aan de bron. Aan weerszijden van de dreef worden de eigenaars van de gronden aangeduid. Interessant zijn vooral de gebouwtjes aan de bron. Je ziet het oude bronhuis waar gasten werden ontvangen (de voorloper van een spa-gebouw), de fontein zelf en de wandelgalerij. Deze gebouwen werden afgebroken in de negentiende eeuw.

woensdag 17 februari 2016

Twee "Grandes de España" in Tongeren (1747)

De troonsbestijging van aartshertogin Maria Theresia van Oostenrijk in 1740 leidde tot heel wat onrust in de Oostenrijkse gebieden, waar ook het merendeel van België toe behoorde. De lont in het kruidvat werd aangestoken door de Pruisische koning Frederik de Grote die Silezië (nu zuidelijk Polen) opeiste in ruil voor de erkenning van Maria Theresia als nieuwe keizerin.

Oostenrijk weigerde en dit leidde tot de zogenaamde Silezische Oorlogen (1740-1742 en 1744-1745). De troonsbestijging van Maria Theresia, die door de andere staten als een zwak staatsleidster werd beschouwd, was voor Frankrijk, Spanje en Beieren de aanleiding om samen met Pruisen enkele oude vetes tegen Oostenrijk uit te vechten. Daarentegen kozen Groot-Brittanië en de Nederlanden er om politieke redenen voor zich met Oostenrijk te verenigen.

Een Europese oorlog was geboren en zou de geschiedenis ingaan als de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748).

Frankrijk en de Nederlanden kwamen opnieuw tegenover elkaar te staan. In eerste instantie veroverden de Franse troepen grote delen van de Oostenrijkse Nederlanden en behaalden overwinningen in Fontenoy (1745), Rocourt (1746) en Lafelt (1747). Ook Tongeren werd dus genaderd want zoals zo vaak was Maastricht een belangrijk doelwit.

Onze stad werd namelijk al vanaf 1741 afwisselend bezet door Franse of geallieerde troepen, afhankelijk hoe de krijgskansen wisselden. De dossiers betreffende de inkwartieringen en opeisingen zijn mooi bewaard gebleven in het stadsarchief.

Vooral vanaf 1746 was er grote militaire bedrijvigheid in de stad. In september van dat jaar werd de stad bezet door het Franse leger onder leiding van maarschalk van Saksen die zijn hoofdkwartier op het kasteel van Betho vestigde. Na hun overwinning bij de slag van Rocourt op 11 oktober verhuisde het Franse leger en trokken de geallieerden de stad in om er hun winterkwartier te maken. Maar in het voorjaar waren de Fransen terug daar. Tijdens de zomermaanden was in en rond Tongeren opnieuw het Franse hoofdkwartier gevestigd. Zo verbleef koning Lodewijk XV tot in september 1747 op het kasteel van Hamal. Op 2 juli had ondertussen de Slag van Lafelt plaatsgevonden die de Fransen weliswaar wonnen, maar met grote verliezen. Na het vertrek van de Fransen in het najaar van 1747 werd de stad opnieuw door Oostenrijkse troepen bezet. De hele oorlog eindigde met de Vrede van Aken in 1748 zonder noemenswaardige gebiedswinsten voor de overwinnaars…

Maar we keren even terug naar de zomer van 1747 (de prior van het gasthuis, Antoon Gregory de Harzé, heeft trouwens over deze periode trouwens een interessante kroniek nagelaten).

Met de komst van het hoofdkwartier van koning Lodewijk XV van Frankrijk naar de regio van Tongeren, streek behalve zijn hofhouding hier ook de hele Europese elite van diplomaten neer. Recent werden zo enkele brieven ontdekt, geschreven vanuit Tongeren door twee Grandes de España (hoogste graad bij de Spaanse adel). Zij verbleven van 4 juli tot 17 september in Tongeren.

Meest bekend was José de Carvajal y Lancaster (1698-1754), zoon van de hertog van Liñares en staatssecretaris van Spanje van 1746 tot 1754. Hij stichtte later de bekende Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Madrid.

De andere Spaanse diplomaat was Fernando de Silva Mendoza y Toledo (1714-1776), 12e hertog van Alva en gekend als “hertog van Huescar”. Het was zijn voorvader, de derde hertog van Alva (die we uit onze geschiedenisboeken kennen), die in de zestiende eeuw voor onheil zorgde in Tongeren. Hij was ambassadeur voor Frankrijk in 1746-1749 en volgde de Carvajal op als staatssecretaris in 1754.

Hun verblijfplaats in Tongeren is nog niet gekend, het kasteel van Betho? Maar in ieder geval moet hun aanwezigheid voor de nodige animo gezorgd hebben in de stad.

Voor de geïnteresseerden is hier een link naar een artikel over de invloed van beide heren in de Spaanse diplomatie in die periode http://revistavegueta.ulpgc.es/ojs/index.php/revistavegueta/article/view/269/519

Meer info over de Oostenrijkse Successieoorlog is te vinden op de wikipedia-pagina https://en.wikipedia.org/wiki/War_of_the_Austrian_Succession  Recent is nog een werk verschenen van Reed Browning getiteld “The War of Austrian Succession” dat nog meer gedetailleerd is. In de bibliotheek van het stadsarchief zijn enkele mooi geïllustreerde werken te vinden over de Slag van Lafelt (o.a. door Julien Daenen) die dieper ingaan op het lokale verhaal.

 

dinsdag 16 februari 2016

Film Kroningsfeesten 1960

Deze week ontvingen we van de familie Vandenrul een digitale kopie van een 8mm-film, genomen door Tony Vandenrul, van de Kroningsfeesten in 1960.

De film duurt een tiental minuten en is genomen in de Ridderstraat richting het oud hospitaal.

 

Films over Tongeren en Tongenaren zijn steeds welkom!

 

donderdag 11 februari 2016

Maria Jacoba Steenweg, te vondeling in Offelken

Vanmiddag werd in het archief deze bijzondere verklaring gevonden. De echtgenote Watrin, herbergierster in Offelken had op 27 februari 1850 omtrent zeven uur ’s avonds het geschreeuw van een kindje gehoord aan de deur van haar woning langs de Luikersteenweg. Voor haar deur trof ze een pas geboren kindje aan. Ze meldde dit meteen aan politiecommissaris Jacob-Laurens Vermin die het door de schepen van burgerlijke stand liet registreren.

Het kind, het bleek een meisje te zijn, droeg een ondermutsje van een witte effen doek en een nieuw overmutsje in violetkleurige katoen. Het droeg verder een hemdje van linnen doek en was omwikkeld in eenzelfde soort linnen doek, een rode wollen doek en ingedekt door een wit-blauwe, katoenen zakdoek. Alles was in goede staat.

 

Het meisje kreeg de naam Maria Jacoba Steenweg, naar haar vindplaats.

Het kindje overleed op 31 augustus 1851, achttien maanden oud. Twee stadsbeambten deden de aangifte, waardoor we vermoeden dat het kind in een weeshuis verbleef.

 

Men kan veel afleiden of vermoeden over dit drama. Waarom werd er geen herkenningsteken van de moeder gevonden op het kindje, zoals de gewoonte was. Waarom droeg het verzorgde kleertjes, waardoor we zouden kunnen afleiden dat de moeder niet onbemiddeld was. Waarom werd het te vondeling gelegd aan die herberg op Luikersteenweg en niet bij het weeshuis van het gasthuis? Was de moeder een passant en kende ze het weeshuis niet?

Enzovoort…

 

 

Met dank aan Robert Lodewijckx voor de tip.

woensdag 10 februari 2016

Elixir d'Angleterre

Recept voor een likeur geheten “Elixir d’Angleterre” die behalve als aperitief ook werd gebruikt tegen pijnlijke benen :

-          30 gram drakenwortel (soort van aronskelk)

-          30 gram gentiaanwortel

-          5 gram saffraan

-          5 gram karmijnzuur

Dit alles samen met de schil van 9 appelsienen gedurende 15 dagen laten trekken in een fles eau-de-vie (alcohol). Daarna zeven en een scheut eau-de-vie toevoegen.

Het elixir nuttigt men best twee uur voor het eten. Tegen pijnlijke benen wordt het toegevoegd aan gekookt water.

Het recept is afkomstig uit het archief van baron de Rosen uit Piringen (tweede helft negentiende eeuw).

 

dinsdag 9 februari 2016

Scherpenberg en Overhaem

Vorige week ontdekten we in het archief van de schepenbank van Nerem-Paifve een mooie afbeelding van het grensgebied tussen Scherpenberg (Nerem) en Tongeren.

De Kevie en Overhaem zijn ingetekend, maar meest in het oog springend is de afbeelding van het kasteel van Scherpenberg, toen nog een waterburcht.

De afbeelding dateert uit het midden van de achttiende eeuw.

 

Met dank aan Albert en Carine.

donderdag 4 februari 2016

Tongerse wapenschilden en zegels online

Deze week zijn op de beeld- en archiefbank de indexen op de burgerlijke stand voor de periode 1900-1910 toegevoegd.

 

Verder is ook een nieuwe databank toegevoegd omtrent Tongerse wapenschilden en zegels. De databank bevat in totaal bijna 1.300 beschrijvingen betreffende Tongeren en de omgeving!

Vooral voor de dorpen, ook voor Millen, Herderen, Werm, Heks, …, is dit een bijzonder interessante databank. De beschrijving van enkele honderden zegels met bijhorende persoonsgegevens levert een schat aan informatie over de 13e-16e eeuw.

 

De toegang is te raadplegen via http://beeldbanktongeren.be/index.php/nT

De afbeeldingen van de zegels zijn te raadplegen in de leeszaal.