donderdag 3 augustus 2017

Duitse militairen op de Tongerse begraafplaats

Via Toerisme Tongeren kregen we vandaag een vraag van een kleinzoon van een overleden Duitse soldaat die begraven werd op het oud stedelijk kerkhof aan Bilzersteenweg.

Tijdens het begin van de Eerste Wereldoorlog sneuvelden enkele Duitse soldaten in het Tongerse. Zij werden begraven onder ijzeren kruisjes. Van hen worden enkele gegevens bewaard in het stadsarchief. Maar ook nadien overleden nog Duitse soldaten in Tongeren. Het hospitaal was namelijk ingericht als een ziekenboeg.

Op de foto zien we het graf van soldaten Küster (gesneuveld op 17 mei 1915) en Bernhard Weidensee (gestorven op 17 juni 1915). Beiden maakten deel uit van de ‘landsturm’ die voornamelijk als bezettingsmacht optrad.

De lichamen van de Duitse soldaten werden nadien overgebracht naar het Duits militair kerkhof in Lommel. https://nl.wikipedia.org/wiki/Duitse_militaire_begraafplaats_in_Lommel  Daar liggen bijna 40.000 soldaten begraven, grotendeels uit WO II, maar ook verschillende uit WO I.

Aan de hand van de achterliggende graven zijn we echter zeker dat deze foto de begraafplaats van Tongeren betreft.

 

vrijdag 28 juli 2017

Sluizen : schenking van kerkarchief

Voor de zomer werden we gecontacteerd door Jack Beun (uit Sluis in Nederland) die meer dan tien jaar geleden ‘enkele’ archiefstukken van de kerk van Sluizen op de antiekmarkt had gekocht. Al die tijd had hij er niets mee gedaan en daarom dat hij besliste om deze stukken te schenken aan het stadsarchief.

We troffen Jack en vriend Hans Vlottes in het begin van de zomer. De enkele archiefstukken bleken uiteindelijk tientallen stukken te zijn. Het betreft stukken over de parochie van na 1888 (want toen werd Sluizen pas afgescheiden van Mal), maar ook heel wat oudere stukken. Zo is er een zeer mooie oorkonde uit het einde van de achttiende eeuw, kerkrekeningen uit de zeventiende eeuw, stukken over de armentafel, etc. In ieder geval is dit een zeer mooie aanwinst, gezien dat het kerkelijk archief van Sluizen redelijk beperkt is.

Van de vele documenten willen we er één in de aandacht brengen. Dit betreft een dagboek voor de periode 1935-1945 waarin enkele fragmenten uit het leven tijdens de oorlog zijn terug te vinden. Het dagboek is te raadplegen via : https://drive.google.com/file/d/0B2KalYS8ZUMnc1NsNmluRHZYZnc/view?usp=sharing

maandag 26 juni 2017

De kleppermannen

In de achttiende eeuw en waarschijnlijk ook al vroeger waren in Tongeren ‘kleppermannen’ actief. Deze waren door de stad aangesteld als een soort van nachtwacht en waren een aanvulling op de torenwachter van de OLV-kerk, de schutterij en de burgerwacht. Zij waren gewapend met een hellebaard en een klepper (nog te zien in Moerenpoort). Wanneer de klok van de OLV-kerk het uur sloeg, moesten de mannen hun kleppers laten ratelen. Tussendoor zegden ze ook een versje op met een stichtende of waarschuwende boodschap.

De nachtdienst van de kleppermannen begon om 23u (de meeste herbergen moesten dicht tegen 21u) en eindigde om 5u in de ochtend bij het begin van het Angelusgebed. Ze eindigden hun dienst met het rijm : ‘vijf uren is geslagen, vijf uren is de klok. Ik ga slapen, gij staat op. Vijf uren is de klok’.

Ieder klepperman (ze waren in totaal met vier) kreeg een wijk toegewezen waar ze moesten patrouilleren. Na iedere ronde mochten ze even uitrusten (of schuilen bij slecht weer) in een wachthuisje. Deze stonden tegenover de oude apotheek Geuens in de Hemelingenstraat, tegenover het oud-hospitaal in de Schiervelstraat, tegenover de Papschool op de Plein en een huisje in de buurt van het begijnhof.

De kleppermannen waren actief van november tot na de winter en waakten vooral over de brandvoorschriften en nachtverlichting. De mensen lachten hen echter vaak uit en beweerden dat ze enkel dienden om beschonken Tongenaren veilig naar huis te brengen. Ook het feit dat ze zoveel lawaai maakten met hun kleppers, zorgde ervoor dat boosdoeners wisten waar de kleppermannen uithingen.

Er werden ook heel wat grapjes uitgehaald met de kleppermannen. Zo werd op een dag het huisje tegenover het oud-hospitaal omgedraaid terwijl de klepperman lag te slapen. Werklieden van de stad moesten de man ’s anderendaags gaan bevrijden. De huisjes zelf deden in de negentiende eeuw, na het verdwijnen van de kleppermannen, nog dienst. Zo stond er een huisje op het Regulierenplein dat als ‘theaterhuisje’ werd gebruikt door lokale grappenmakers.

 

woensdag 21 juni 2017

Lauw in kaart

Om nog wat verder te gaan over Lauw… Vandaag ontdekte vrijwilliger Albert Knapen bij het digitaliseren van de oude gemeenteraadsregisters van Lauw een plannetje van het dorpscentrum (in een besluit over het verkopen van grond).

Op het plannetje is de kerk te zien op de huidige locatie, maar ook de pastorij en in het zuiden de oude school.

Interessant om te vergelijken met de prekadastrale kaart van 1731 (nog geen school), de atlas van de buurtwegen van 1841 (met de kerk nog op de oude plaats), het primitief kadaster van circa 1842 (de oude kerk op de plek van het huidige kerkhof is weggegomd en de school is al aanwezig), het kaartje van 1892 en een luchtfoto van enkele jaren terug.

maandag 19 juni 2017

De ridders van Lauw en het begijnhof

Op 21 januari 1243 werd bekrachtigd dat de huizen van Ida en Oda de Lude (van Lauw), gelegen buiten Kruispoort, aan de arme begijnen werden geschonken. De begijnen bewoonden die huizen al. De huizen bevonden zich in de directe buurt van het Sint-Jakobusgasthuis waar ze ook de mis konden volgen.

Met de bouw van de middeleeuwse muren en de daaropvolgende verbredingen van de grachten werden zowel het begijnhof als het gasthuis verzocht te verhuizen. Het begijnhof verhuisde in 1257 naar de huidige locatie en het gasthuis in 1276.

Vanaf dat moment is de geschiedenis van het begijnhof goed gedocumenteerd, zowel voor wat betreft bewoonsters als eigendommen en ontwikkeling van het begijnhof als wijk.

Maar voor die beginperiode weten we alleen maar dat er zich dus voor 1243 enkele ‘arme begijnen’ buiten Kruispoort hadden woonden en dat Ida en Oda van Lauw hun huizen daar aan hen schonken.

 

De zussen de Lude of van Lauw worden gelinkt aan de zogenaamde ‘ridders van Lauw’. We weten dat er in de dertiende eeuw en later mensen waren die zich ‘ridders van Lauw’ noemden en dat leden van hun familie allerlei belangrijke ambten bekleedden (schout van Sint-Truiden, schout van Tongeren, rechten op de kerk van Opgrimbie, etc., etc.). Wijlen stadsarchivaris Henry Baillien heeft ooit een oplijsting gemaakt van al de mogelijke leden van die familie.

We moeten hierbij echter wel opmerking dat niet iedereen die ‘de Lude’, ‘de Luyde’ of ‘van Lauw’ noemde aan hen verwant was. Het was in die tijd, en later ook nog, heel normaal om je te noemen naar je plek van afkomst.

Wat de relatie van de ‘ridders van Lauw’ met het gelijknamige dorp was, is trouwens ook niet geweten. Lauw zou in de middeleeuwen behoord hebben tot het domein van de Luikse prins-bisschop die het dorp schonk aan het kapittel van Sint-Kruis te Luik. In 1247 schonk dat kapittel de grond terug aan de bisschop voor andere goederen. De bisschop voegde het dorp daarop aan de zogenaamde stadsvrijheid van Tongeren om dit gebied (militair en economisch) sterker te maken.

Of de familie de Lude of van Lauw rechten had in het dorp weten we ook niet. Waren ze de lokale voogden namens het kapittel of de bisschop? Hadden ze er belangrijke goederen?...

 

Dit brengt ons terug naar de zussen de Lude die hun huis buiten Kruispoort aan het begijnhof schonken. In de cijnsboeken van het begijnhof kunnen we de cijnsrechten terugvoeren tot heel wat schenkingen uit de tweede helft van de dertiende en de eerste helft van de veertiende eeuw. Van die periode bestaan er bovendien ook een uitgebreide reeks testamenten die deze schenkingen bevestigen.

Er is echter een reeks van een tiental cijnzen die we niet kunnen linken aan één van de schenkingen. De cijnzen dateren van voor de verhuis van het begijnhof naar de huidige locatie én meer opvallend, ze zijn allemaal gelegen in Lauw. De andere cijnseigendommen van het begijnhof zijn heel erg verspreid en gelinkt aan een bepaalde grond of een huis dat het begijnhof geschonken kreeg. In Lauw gaat het echter over verschillende huizen en gronden. Gezien bovendien ook de grootte van de cijnzen komen we ook in de eerste helft van de dertiende eeuw terecht. Zo komen we bijgevolg terecht bij die schenking van de zussen de Lude.

De cijnsrechten van het begijnhof, uit een schenking van de familie de Lude, situeren zich allemaal aan de Jeker en met enkele huizen en een schuur in de Donkelstraat tegenover de huidige kerk (zie kaartje). Hieruit kunnen we afleiden dat de familie de Lude op die plek hun bezittingen hadden. Maar om te zeggen dat hier de ridders van Lauw woonden, is echter een stap te ver. Wel mogen we veronderstellen dat zich op deze plek in Lauw in de dertiende eeuw de bewoning met aanhang van een belangrijke familie was gelegen.

 

 

maandag 12 juni 2017

De Brand van Tongeren in kaart gebracht

Het is de laatste twee weken rustig geweest op deze blog, maar we hebben allerminst stil gezeten. Zo werd vorige week nog een nieuwe publicatie voorgesteld over de geschiedenis van de Sint-Truiderstraat (een uitgave van het Geschiedkundig Genootschap ism het stadsarchief). http://www.tongeren-vandaag.be/index.php/6472-boek-kruisstraat

 

En in de tussentijd hebben we ook naarstig (zoals dat dan heet) zitten werken aan een visualisering van de invloed van de Brand van Tongeren op de stad. Over deze brand is al heel wat geschreven, dus de context houden we kort.

Koning Lodewijk XIV had om verschillende redenen nogal expansionistische trekjes en had het vooral gemunt op de Nederlanden. In 1672 breekt een oorlog uit met Holland (de Verenigde Provinciën) die zal duren tot 1678 en ook de Frans-Hollandse Oorlog wordt genoemd. Eén van de strategische punten die absoluut moesten veroverd worden, was de vestingstad Maastricht. In de zomer van 1672 kampeerden daarom tienduizenden Franse troepen in de omgeving. Tongeren werd daarbij ingericht als een garnizoensstad. Dit betekende dat heel wat huizen en hoeves buiten de poorten moesten worden afgebroken. Door de aanwezigheid van de troepen gebeurden ook hier en daar ongelukjes en brandden er huizen af.

Van 13 tot 26 juni 1673 vond het beleg van Maastricht plaats waarbij die stad ook werd veroverd door de Franse troepen. Voor Tongeren ontstond toen een heel woelige periode. De poorten werden opgeblazen en een deel van de omwallingen werden opgeblazen omdat Tongeren een bedreiging kon vormen voor de Fransen in Maastricht. En inderdaad, in november namen de Luikse milities de stad in bezit. Bij een eventuele verovering door de Hollanders konden de Franse omsingeld geraken waardoor die ook meteen actie ondernamen. Tongeren werd heroverd, de resterende poorten werden opgeblazen en heel wat huizen raakten vernield. De zogenaamde Grote Brand van Tongeren was geschied (al wist men toen nog niet wat er vier jaar laten zou gaan gebeuren…).

De jaren 1674-1675 bleven heel onrustig met duizenden Fransen die in de omgeving kampeerden. In juli 1676 verscheen echter Willem III van Oranje in de stad aan wie de stad in alle haasten een banket aanbood. In oktober 1676 belegerden de Hollanders zelfs Hamal dat ze veroverden.

De Fransen zagen nu Tongeren echt als een bedreiging van waaruit Maastricht zou kunnen belegerd worden. Daarom dat de Franse gouverneur Calvo de stad dwong de afbraak van de wallen te versnellen. Dit ging blijkbaar niet snel genoeg en in augustus 1677 was de maat vol. Hij stuurde troepen naar de stad die de huizen in brand kwamen steken als vergelding. Enkel wie een ‘sauvegarde’ had gekocht, werd gevrijwaard.

Zo brandden tijdens de nacht van 28 op 29 augustus de OLV-kerk, de Sint-Niklaaskerk, Sint-Maternuskapel, de kloosters van de Jezuiëten, het Heilig Graf, het stadhuis, het Armenhuis, het Schepenhuis, drie hallen, elf ambachtskamer, drie schutterskamers, negen kanunnikenhuizen en bovenal bijna 450 huizen af !

Op 19 september 1677 was het opnieuw ‘prijs’. Het Predikherenklooster werd geplunderd en 144 huizen brandden af ! En in oktober brandden nog eens enkele tientallen huizen af.

Op 11 augustus 1678 werd de oorlog beëindigd met de Vrede van Nijmegen. Maar de rust was van korte duur want in 1688 brak een nieuwe oorlog uit (maar dat is een ander verhaal).

 

De zogenaamde Brand van Tongeren, waarnaar het bekende schilderij dat nu in de Gasthuiskapel hangt verwijst, toont de brand van augustus 1677 maar we treffen ook huizen aan die in september en oktober 1677 afbranden.

In ieder geval kunnen we zeggen dat in 1673-1677 de middeleeuwse stad Tongeren volledig vernield werd.

In de telling van het haardgeld van 1667 telde de stad 835 woningen. Hiervan werden er minimum 611 vernield door brand (de kerken, kloosters en schuren niet meegeteld). In de telling van 1680 tellen we dan ook maar amper 230 woningen meer in de stad.

 

Over deze periode van vernielingen is al heel wat geschreven én bestaan ook heel wat kronieken en vermeldingen. Maar voor de eerste keer hebben we de gevolgen van de branden in 1673 en 1677 op perceelsniveau kunnen duiden.

Aan de hand van een uitgebreid huizenonderzoek is voor 807 woningen en 38 schuren bepaald of ze afgebrand zijn (en dat wil zeggen onbewoonbaar geworden), waarschijnlijk afgebrand (met zeer grote waarschijnlijk), gevrijwaard zijn en waarvan het lot onbekend is.

Deze gegevens werden gekoppeld aan een onderzoek dat we in 2005-2007 hebben gedaan aan de hand van de schadelijsten, inkwartieringslijsten en tellingen die zich in het oud archief van de stad bevinden. Uit beide onderzoeken blijkt dat de gegevens nagenoeg eenzelfde beeld geven van de vernielde stad. Aan de hand van deze kaart is het nu echter mogelijk de vernielingen in detail te bekijken.

 

Met dank aan Dirk, Monique en Vicky voor de hulp met het samenstellen van de Gis-kaart (en voor gis-toelichtingen in het algemeen).

dinsdag 6 juni 2017

Publieksonderzoek

Met het oog op het evalueren en verbeteren van onze archiefwerking start het stadsarchief binnen enkele dagen met een uitgebreide publieksbevraging. We voeren deze bevraging online uit bij een deel van onze geregistreerde contacten. Ook de mensen die zich op de blog geregistreerd hebben, ontvangen later deze week van ons een e-mail met een link naar de enquête. Wij willen u graag uitnodigen om deze enquête in te vullen. Op basis van de antwoorden op deze enquête zullen wij immers in staat zijn om onze werking grondig te evalueren en waar nodig aan te passen, zodat u in de toekomst van een betere dienstverlening kan genieten.

 

Het invullen van de enquête zal ongeveer 10 tot 20 minuten van uw tijd in beslag nemen. Alle resultaten worden vertrouwelijk behandeld en anoniem verwerkt door Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed Faro.

 

Wij hopen van harte dat u de tijd vindt om aan het onderzoek mee te werken. U bewijst er ons een grote dienst mee.