donderdag 3 augustus 2017

Duitse militairen op de Tongerse begraafplaats

Via Toerisme Tongeren kregen we vandaag een vraag van een kleinzoon van een overleden Duitse soldaat die begraven werd op het oud stedelijk kerkhof aan Bilzersteenweg.

Tijdens het begin van de Eerste Wereldoorlog sneuvelden enkele Duitse soldaten in het Tongerse. Zij werden begraven onder ijzeren kruisjes. Van hen worden enkele gegevens bewaard in het stadsarchief. Maar ook nadien overleden nog Duitse soldaten in Tongeren. Het hospitaal was namelijk ingericht als een ziekenboeg.

Op de foto zien we het graf van soldaten Küster (gesneuveld op 17 mei 1915) en Bernhard Weidensee (gestorven op 17 juni 1915). Beiden maakten deel uit van de ‘landsturm’ die voornamelijk als bezettingsmacht optrad.

De lichamen van de Duitse soldaten werden nadien overgebracht naar het Duits militair kerkhof in Lommel. https://nl.wikipedia.org/wiki/Duitse_militaire_begraafplaats_in_Lommel  Daar liggen bijna 40.000 soldaten begraven, grotendeels uit WO II, maar ook verschillende uit WO I.

Aan de hand van de achterliggende graven zijn we echter zeker dat deze foto de begraafplaats van Tongeren betreft.

 

vrijdag 28 juli 2017

Sluizen : schenking van kerkarchief

Voor de zomer werden we gecontacteerd door Jack Beun (uit Sluis in Nederland) die meer dan tien jaar geleden ‘enkele’ archiefstukken van de kerk van Sluizen op de antiekmarkt had gekocht. Al die tijd had hij er niets mee gedaan en daarom dat hij besliste om deze stukken te schenken aan het stadsarchief.

We troffen Jack en vriend Hans Vlottes in het begin van de zomer. De enkele archiefstukken bleken uiteindelijk tientallen stukken te zijn. Het betreft stukken over de parochie van na 1888 (want toen werd Sluizen pas afgescheiden van Mal), maar ook heel wat oudere stukken. Zo is er een zeer mooie oorkonde uit het einde van de achttiende eeuw, kerkrekeningen uit de zeventiende eeuw, stukken over de armentafel, etc. In ieder geval is dit een zeer mooie aanwinst, gezien dat het kerkelijk archief van Sluizen redelijk beperkt is.

Van de vele documenten willen we er één in de aandacht brengen. Dit betreft een dagboek voor de periode 1935-1945 waarin enkele fragmenten uit het leven tijdens de oorlog zijn terug te vinden. Het dagboek is te raadplegen via : https://drive.google.com/file/d/0B2KalYS8ZUMnc1NsNmluRHZYZnc/view?usp=sharing

maandag 26 juni 2017

De kleppermannen

In de achttiende eeuw en waarschijnlijk ook al vroeger waren in Tongeren ‘kleppermannen’ actief. Deze waren door de stad aangesteld als een soort van nachtwacht en waren een aanvulling op de torenwachter van de OLV-kerk, de schutterij en de burgerwacht. Zij waren gewapend met een hellebaard en een klepper (nog te zien in Moerenpoort). Wanneer de klok van de OLV-kerk het uur sloeg, moesten de mannen hun kleppers laten ratelen. Tussendoor zegden ze ook een versje op met een stichtende of waarschuwende boodschap.

De nachtdienst van de kleppermannen begon om 23u (de meeste herbergen moesten dicht tegen 21u) en eindigde om 5u in de ochtend bij het begin van het Angelusgebed. Ze eindigden hun dienst met het rijm : ‘vijf uren is geslagen, vijf uren is de klok. Ik ga slapen, gij staat op. Vijf uren is de klok’.

Ieder klepperman (ze waren in totaal met vier) kreeg een wijk toegewezen waar ze moesten patrouilleren. Na iedere ronde mochten ze even uitrusten (of schuilen bij slecht weer) in een wachthuisje. Deze stonden tegenover de oude apotheek Geuens in de Hemelingenstraat, tegenover het oud-hospitaal in de Schiervelstraat, tegenover de Papschool op de Plein en een huisje in de buurt van het begijnhof.

De kleppermannen waren actief van november tot na de winter en waakten vooral over de brandvoorschriften en nachtverlichting. De mensen lachten hen echter vaak uit en beweerden dat ze enkel dienden om beschonken Tongenaren veilig naar huis te brengen. Ook het feit dat ze zoveel lawaai maakten met hun kleppers, zorgde ervoor dat boosdoeners wisten waar de kleppermannen uithingen.

Er werden ook heel wat grapjes uitgehaald met de kleppermannen. Zo werd op een dag het huisje tegenover het oud-hospitaal omgedraaid terwijl de klepperman lag te slapen. Werklieden van de stad moesten de man ’s anderendaags gaan bevrijden. De huisjes zelf deden in de negentiende eeuw, na het verdwijnen van de kleppermannen, nog dienst. Zo stond er een huisje op het Regulierenplein dat als ‘theaterhuisje’ werd gebruikt door lokale grappenmakers.

 

woensdag 21 juni 2017

Lauw in kaart

Om nog wat verder te gaan over Lauw… Vandaag ontdekte vrijwilliger Albert Knapen bij het digitaliseren van de oude gemeenteraadsregisters van Lauw een plannetje van het dorpscentrum (in een besluit over het verkopen van grond).

Op het plannetje is de kerk te zien op de huidige locatie, maar ook de pastorij en in het zuiden de oude school.

Interessant om te vergelijken met de prekadastrale kaart van 1731 (nog geen school), de atlas van de buurtwegen van 1841 (met de kerk nog op de oude plaats), het primitief kadaster van circa 1842 (de oude kerk op de plek van het huidige kerkhof is weggegomd en de school is al aanwezig), het kaartje van 1892 en een luchtfoto van enkele jaren terug.

maandag 19 juni 2017

De ridders van Lauw en het begijnhof

Op 21 januari 1243 werd bekrachtigd dat de huizen van Ida en Oda de Lude (van Lauw), gelegen buiten Kruispoort, aan de arme begijnen werden geschonken. De begijnen bewoonden die huizen al. De huizen bevonden zich in de directe buurt van het Sint-Jakobusgasthuis waar ze ook de mis konden volgen.

Met de bouw van de middeleeuwse muren en de daaropvolgende verbredingen van de grachten werden zowel het begijnhof als het gasthuis verzocht te verhuizen. Het begijnhof verhuisde in 1257 naar de huidige locatie en het gasthuis in 1276.

Vanaf dat moment is de geschiedenis van het begijnhof goed gedocumenteerd, zowel voor wat betreft bewoonsters als eigendommen en ontwikkeling van het begijnhof als wijk.

Maar voor die beginperiode weten we alleen maar dat er zich dus voor 1243 enkele ‘arme begijnen’ buiten Kruispoort hadden woonden en dat Ida en Oda van Lauw hun huizen daar aan hen schonken.

 

De zussen de Lude of van Lauw worden gelinkt aan de zogenaamde ‘ridders van Lauw’. We weten dat er in de dertiende eeuw en later mensen waren die zich ‘ridders van Lauw’ noemden en dat leden van hun familie allerlei belangrijke ambten bekleedden (schout van Sint-Truiden, schout van Tongeren, rechten op de kerk van Opgrimbie, etc., etc.). Wijlen stadsarchivaris Henry Baillien heeft ooit een oplijsting gemaakt van al de mogelijke leden van die familie.

We moeten hierbij echter wel opmerking dat niet iedereen die ‘de Lude’, ‘de Luyde’ of ‘van Lauw’ noemde aan hen verwant was. Het was in die tijd, en later ook nog, heel normaal om je te noemen naar je plek van afkomst.

Wat de relatie van de ‘ridders van Lauw’ met het gelijknamige dorp was, is trouwens ook niet geweten. Lauw zou in de middeleeuwen behoord hebben tot het domein van de Luikse prins-bisschop die het dorp schonk aan het kapittel van Sint-Kruis te Luik. In 1247 schonk dat kapittel de grond terug aan de bisschop voor andere goederen. De bisschop voegde het dorp daarop aan de zogenaamde stadsvrijheid van Tongeren om dit gebied (militair en economisch) sterker te maken.

Of de familie de Lude of van Lauw rechten had in het dorp weten we ook niet. Waren ze de lokale voogden namens het kapittel of de bisschop? Hadden ze er belangrijke goederen?...

 

Dit brengt ons terug naar de zussen de Lude die hun huis buiten Kruispoort aan het begijnhof schonken. In de cijnsboeken van het begijnhof kunnen we de cijnsrechten terugvoeren tot heel wat schenkingen uit de tweede helft van de dertiende en de eerste helft van de veertiende eeuw. Van die periode bestaan er bovendien ook een uitgebreide reeks testamenten die deze schenkingen bevestigen.

Er is echter een reeks van een tiental cijnzen die we niet kunnen linken aan één van de schenkingen. De cijnzen dateren van voor de verhuis van het begijnhof naar de huidige locatie én meer opvallend, ze zijn allemaal gelegen in Lauw. De andere cijnseigendommen van het begijnhof zijn heel erg verspreid en gelinkt aan een bepaalde grond of een huis dat het begijnhof geschonken kreeg. In Lauw gaat het echter over verschillende huizen en gronden. Gezien bovendien ook de grootte van de cijnzen komen we ook in de eerste helft van de dertiende eeuw terecht. Zo komen we bijgevolg terecht bij die schenking van de zussen de Lude.

De cijnsrechten van het begijnhof, uit een schenking van de familie de Lude, situeren zich allemaal aan de Jeker en met enkele huizen en een schuur in de Donkelstraat tegenover de huidige kerk (zie kaartje). Hieruit kunnen we afleiden dat de familie de Lude op die plek hun bezittingen hadden. Maar om te zeggen dat hier de ridders van Lauw woonden, is echter een stap te ver. Wel mogen we veronderstellen dat zich op deze plek in Lauw in de dertiende eeuw de bewoning met aanhang van een belangrijke familie was gelegen.

 

 

maandag 12 juni 2017

De Brand van Tongeren in kaart gebracht

Het is de laatste twee weken rustig geweest op deze blog, maar we hebben allerminst stil gezeten. Zo werd vorige week nog een nieuwe publicatie voorgesteld over de geschiedenis van de Sint-Truiderstraat (een uitgave van het Geschiedkundig Genootschap ism het stadsarchief). http://www.tongeren-vandaag.be/index.php/6472-boek-kruisstraat

 

En in de tussentijd hebben we ook naarstig (zoals dat dan heet) zitten werken aan een visualisering van de invloed van de Brand van Tongeren op de stad. Over deze brand is al heel wat geschreven, dus de context houden we kort.

Koning Lodewijk XIV had om verschillende redenen nogal expansionistische trekjes en had het vooral gemunt op de Nederlanden. In 1672 breekt een oorlog uit met Holland (de Verenigde Provinciën) die zal duren tot 1678 en ook de Frans-Hollandse Oorlog wordt genoemd. Eén van de strategische punten die absoluut moesten veroverd worden, was de vestingstad Maastricht. In de zomer van 1672 kampeerden daarom tienduizenden Franse troepen in de omgeving. Tongeren werd daarbij ingericht als een garnizoensstad. Dit betekende dat heel wat huizen en hoeves buiten de poorten moesten worden afgebroken. Door de aanwezigheid van de troepen gebeurden ook hier en daar ongelukjes en brandden er huizen af.

Van 13 tot 26 juni 1673 vond het beleg van Maastricht plaats waarbij die stad ook werd veroverd door de Franse troepen. Voor Tongeren ontstond toen een heel woelige periode. De poorten werden opgeblazen en een deel van de omwallingen werden opgeblazen omdat Tongeren een bedreiging kon vormen voor de Fransen in Maastricht. En inderdaad, in november namen de Luikse milities de stad in bezit. Bij een eventuele verovering door de Hollanders konden de Franse omsingeld geraken waardoor die ook meteen actie ondernamen. Tongeren werd heroverd, de resterende poorten werden opgeblazen en heel wat huizen raakten vernield. De zogenaamde Grote Brand van Tongeren was geschied (al wist men toen nog niet wat er vier jaar laten zou gaan gebeuren…).

De jaren 1674-1675 bleven heel onrustig met duizenden Fransen die in de omgeving kampeerden. In juli 1676 verscheen echter Willem III van Oranje in de stad aan wie de stad in alle haasten een banket aanbood. In oktober 1676 belegerden de Hollanders zelfs Hamal dat ze veroverden.

De Fransen zagen nu Tongeren echt als een bedreiging van waaruit Maastricht zou kunnen belegerd worden. Daarom dat de Franse gouverneur Calvo de stad dwong de afbraak van de wallen te versnellen. Dit ging blijkbaar niet snel genoeg en in augustus 1677 was de maat vol. Hij stuurde troepen naar de stad die de huizen in brand kwamen steken als vergelding. Enkel wie een ‘sauvegarde’ had gekocht, werd gevrijwaard.

Zo brandden tijdens de nacht van 28 op 29 augustus de OLV-kerk, de Sint-Niklaaskerk, Sint-Maternuskapel, de kloosters van de Jezuiëten, het Heilig Graf, het stadhuis, het Armenhuis, het Schepenhuis, drie hallen, elf ambachtskamer, drie schutterskamers, negen kanunnikenhuizen en bovenal bijna 450 huizen af !

Op 19 september 1677 was het opnieuw ‘prijs’. Het Predikherenklooster werd geplunderd en 144 huizen brandden af ! En in oktober brandden nog eens enkele tientallen huizen af.

Op 11 augustus 1678 werd de oorlog beëindigd met de Vrede van Nijmegen. Maar de rust was van korte duur want in 1688 brak een nieuwe oorlog uit (maar dat is een ander verhaal).

 

De zogenaamde Brand van Tongeren, waarnaar het bekende schilderij dat nu in de Gasthuiskapel hangt verwijst, toont de brand van augustus 1677 maar we treffen ook huizen aan die in september en oktober 1677 afbranden.

In ieder geval kunnen we zeggen dat in 1673-1677 de middeleeuwse stad Tongeren volledig vernield werd.

In de telling van het haardgeld van 1667 telde de stad 835 woningen. Hiervan werden er minimum 611 vernield door brand (de kerken, kloosters en schuren niet meegeteld). In de telling van 1680 tellen we dan ook maar amper 230 woningen meer in de stad.

 

Over deze periode van vernielingen is al heel wat geschreven én bestaan ook heel wat kronieken en vermeldingen. Maar voor de eerste keer hebben we de gevolgen van de branden in 1673 en 1677 op perceelsniveau kunnen duiden.

Aan de hand van een uitgebreid huizenonderzoek is voor 807 woningen en 38 schuren bepaald of ze afgebrand zijn (en dat wil zeggen onbewoonbaar geworden), waarschijnlijk afgebrand (met zeer grote waarschijnlijk), gevrijwaard zijn en waarvan het lot onbekend is.

Deze gegevens werden gekoppeld aan een onderzoek dat we in 2005-2007 hebben gedaan aan de hand van de schadelijsten, inkwartieringslijsten en tellingen die zich in het oud archief van de stad bevinden. Uit beide onderzoeken blijkt dat de gegevens nagenoeg eenzelfde beeld geven van de vernielde stad. Aan de hand van deze kaart is het nu echter mogelijk de vernielingen in detail te bekijken.

 

Met dank aan Dirk, Monique en Vicky voor de hulp met het samenstellen van de Gis-kaart (en voor gis-toelichtingen in het algemeen).

dinsdag 6 juni 2017

Publieksonderzoek

Met het oog op het evalueren en verbeteren van onze archiefwerking start het stadsarchief binnen enkele dagen met een uitgebreide publieksbevraging. We voeren deze bevraging online uit bij een deel van onze geregistreerde contacten. Ook de mensen die zich op de blog geregistreerd hebben, ontvangen later deze week van ons een e-mail met een link naar de enquête. Wij willen u graag uitnodigen om deze enquête in te vullen. Op basis van de antwoorden op deze enquête zullen wij immers in staat zijn om onze werking grondig te evalueren en waar nodig aan te passen, zodat u in de toekomst van een betere dienstverlening kan genieten.

 

Het invullen van de enquête zal ongeveer 10 tot 20 minuten van uw tijd in beslag nemen. Alle resultaten worden vertrouwelijk behandeld en anoniem verwerkt door Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed Faro.

 

Wij hopen van harte dat u de tijd vindt om aan het onderzoek mee te werken. U bewijst er ons een grote dienst mee.

 

maandag 8 mei 2017

De nieuwe archief- en beeldbank is er !

Sinds deze ochtend staat onze vernieuwde archief- en beeldbank online. Het zoeken gaat sneller en handiger. Zo worden er in de zoekbalk zoekvoorstellen gedaan en zijn de trefwoorden duidelijker terug te vinden.

Via het archievenoverzicht kan je via een boomstructuur zoeken, maar je kan ook zoeken zoals je dat op google zou doen.

Een ander aanpassing is dat er ook pdf bestanden kunnen toegevoegd worden (waarin je eveneens kan zoeken) en dat de wereldwijde standaardzoekmachines ook sneller resultaten zullen geven uit onze website.

www.beeldbanktongeren.be

donderdag 4 mei 2017

De achterzijde van de Velinxtoren

Vandaag werd een bijzondere foto ontdekt van de Velinxtoren, genomen richting de achterzijde. De foto dateert uit 1931 en is één van de weinige foto’s die vanuit dat perspectief genomen zijn van de middeleeuwse toren.

De fotograaf staat ongeveer ter hoogte van de Jeker. Bijzonder is het gebouwtje aan de voet van de toren.

 

Met dank aan Guy Wouters.

woensdag 26 april 2017

De molen van Mulken

Bij de opzoekingen over het Biesenhuis in de Maastrichterstraat, kwamen we toevallig in het goederenregister van Alden Biesen (gedateerd 1280-1344) volgende verwijzing tegen (uitgave Buntinx en Gysseling, p.86) : ‘Item Willem van Niseim, XXII vaet roghen Tungers, van V ruden ende 1 halve bamt die lighen bi de molen te Mulkene, …’. Een zekere Willem van Niseim moest 22 vaten rogge (Tongerse maat) aan Alden Biesen, welke last stond op 5 ½ roede weide bij de molen te Mulken.

Zo een molen is ons helemaal niet bekend. Carine Grootaers, die recent nog over Mulken gepubliceerd heeft, verwees ons door naar een artikel van Henry Baillien getiteld ‘Het leengoed Mulken’. Ook hij ontdekte een molen in Mulken ’10 verges de pré ou environ, gisantes dallas le moullin de Mulken’ (RALuik, Cour féodale nr. 40, 1345-1354, f.273v°). Ook gids Stéphane Nijssen vermoedde al een aanwezigheid van een watermolen in Mulken.

Henry Baillien vermeldde eveneens dat Charles Thys al in 1883 vermoedde dat de naam Mulken zou kunnen verwijzen naar een kleine molen. Etymologisch voerde hij dit terug naar het hoog-Duitse ‘müle en mühle’ of het Saksische ‘malan’.

Dat er in Mulken een molen stond, is fysiek ook mogelijk, gezien de aanwezigheid van de Fonteinbeek en verschillende waterbronnen. Een onderslagmolen zou op een relatief klein debiet kunnen gedraaid hebben, mits de aanwezigheid van een sluis(je).

In ieder dorp werd trouwens graan gemalen en de vraag is voor al de Tongerse dorpen waar dat gebeurde. De inwoners van Berg en Ketsingen gingen naar de Blaarmolen, je had de Harenmolen in Piringen, de Ruttermolen, de molens in Lauw, de molen van Overrepen, die van Nerem, Diets-Heur, Mal, Sluizen, Vreren, etc. En inderdaad zou het wel heel ver zijn om de inwoners van Mulken graan te laten malen in één van de Jekermolens. Daarbij moet ook nog gezegd worden dat het bestaan van de molen teruggaat tot een tijd waarin nog geen sprake was van de stadsvrijheid Tongeren en Mulken een afzonderlijk leen was (malen in Overrepen was bijgevolg niet mogelijk).

Op basis van de lasten op de genoemde weidepercelen, kunnen we de molen situeren beneden aan de Locht, in de directe omgeving van de torenburcht van Mulken. Vermoedelijk verdween de molen in de vijftiende of zestiende eeuw.

 

dinsdag 25 april 2017

Het eerste Biesenhuis in de Maastrichterstraat

In een blogartikel van 27 januari 2016 maakten we melding van een huis van Alden Biesen dat voorheen niet gekend was. http://archief3700.blogspot.be/2016/01/de-kapel-van-sint-judocus-en-een-huis.html  We situeerden het toen tussen de Vermeulenstraat en de Schuttersgang of tussen de Kielenstraat en de Kloosterstraat. Recent konden we het echter exact localiseren.

Tot nu toe kenden we twee refugiehuizen van Alden Biesen, landcommanderij van de Duitse Orde. Het oudste lag in de Hemelingenstraat (nu restaurant Magis en voordien het Biessenhuys). In 1399 werden de ‘heren van Alden Biesen’ reeds vermeld als eigenaar. We weten echter ook dat een dertigtal jaren daarvoor (1360) Jonas van Wouteringen de eigenaar was. Doorheen de tijd werd dit huis regelmatig in erfpacht gegeven waarna het uiteindelijk in 1661 door landcommandeur von Bocholtz werd verkocht aan Thomas Godfried van Spauwen. Via zijn familie kwam het in handen van de familie de Tiecken en later de families Loverix, Malcors, Vroonen en Rubens. De geschiedenis van dit pand werd uitvoerig beschreven door Mathieu Rutten (Tongerse Annalen, 1994).

 

Een jaar voor de verkoop van het huis in de Hemelingenstraat had landcommandeur Godfried von Bocholtz een nieuw pand gekocht in de Moerenstraat van Arnold de Brouckmans, heer van Werm. De heren van Alden Biesen bleven eigenaar van het huis tot 1796, hoewel het ondertussen ook verhuurd werd (o.a. aan kanunnik Jan Antoon d’Omalius in 1772). Het huis werd als domeingoed door de Franse overheid verkocht aan notaris Dujardin uit Luik. In de eerste helft van de negentiende eeuw wordt Jan Baptist Ledouble, ontvanger der domeinen, vermeld als eigenaar. Het huis wordt dan onder andere verhuurd aan de familie de Villers de Pité uit Tongeren. In de jaren 1860-1920 is het huis eigendom van de familie Lysens, waaronder notaris Victor Lysens. Later wordt het huis eigendom van dokter Frits Ghinéau die het in 1949 verkoopt aan de Belgische Staat. Nu is het een dienstgebouw van het Atheneum.

De geschiedenis van dit pand werd beschreven door Frits Berckmans (Tongerse Annalen, 2004) en recent nog door Jean-Jacques van Ormelingen.

 

Keren we even terug naar 1360. Jonas van Wouteringen is eigenaar van het latere Biesenhuis in de Hemelingenstraat. Maar op datzelfde moment worden de heren van Alden Biesen vermeld als eigenaar van een pand in de Maastrichterstraat. Aan de hand van de grondlasten en de aangrenzende panden hebben we het kunnen identificeren op de locatie van de huidige panden Maastrichterstraat 25-31 (zie kaartje). Hoe lang Alden Biesen eigenaar was van dit huis is niet duidelijk. De landcommanderij werd gesticht in 1220 en de bouw van de middeleeuwse stadsmuren begint voor 1241. Dus voor 1360 en na 1241 moet dit huis van Alden Biesen geweest zijn. Na 1360 wordt het vermeld als zijnde in eigendom van Juliana van Sluizen, moeder van kanunnik Jan van Sluizen en weduwe van Jan Draken, kasteelheer van Sluizen. Eind veertiende eeuw, begin vijftiende eeuw staat dit goed gekend als ‘het Goed van der Meers’.

 

 

woensdag 19 april 2017

Erfgoeddag 23.04.2017 - zorg

Beste,

 

Graag stellen we u het programma voor van aanstaande erfgoeddag. Het thema dit jaar is 'zorg'. Het stadsarchief (ism bibliotheek De Velinx) focust op omgaan met dementie.

 

Programma :

 

10.30u. Bibliotheek: Lezing Kasper Bormans - Auteur van het boek 'Wat Alz?' en bedenker van 'Het Spel van de Verbeelding'.
Wie wil kan voorafgaand aan de lezing genieten van een ontbijt in de RETRO VELINX aan 7 €.
Gelieve voor zowel lezing als ontbijt in te schrijven op 012/80.00.60 of aan de balie van de bibliotheek.

 

14.30u. WZC Aurora: Voorstelling boek 'Onvergetelijk' - Het stadsarchief stelde een dementievriendelijk inspiratieboek samen dat gratis te verkrijgen is voor mantelzorgers en rusthuizen.
Deze publicatie focust op het leven in Tongeren rond de jaren 1950. Aan de hand van oude foto's en liedjes komen tal van herinneringen naar boven.


15u. WZC Aurora: Optreden L&M Band met muziek uit 'de tijd van toen' - Het muzikale geheugen is het geheugen dat het langste standhoudt. Muziek kan mensen met dementie helemaal laten herleven. Maar zeg nu zelf: wie vindt het nu niet leuk om mee te zingen met de klassiekers van toen?


16u. WZC Aurora: Lezing Ine Leenen - Ine Leenen van het Limburgs Expertisecentrum Dementie 'Contact' bespreekt het gevoelige onderwerp van de communicatie en het omgaan met mensen met dementie.

 

woensdag 5 april 2017

Een Romeins kruispunt aan de Sacramentstraat

Aan de Sacramentstraat wordt in opdracht van GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap al geruime tijd gebouwd aan een nieuwe kleuter- en lagere school. Omdat de nieuwbouw binnen de Romeinse stad ligt, in een zone waar in het verleden al resten van Romeinse wegen en huizen aan het licht kwamen, worden de bouwwerken al van bij het begin archeologisch begeleid door Aron bvba.

Eén van de opmerkelijke resultaten van dit onderzoek is dat tijdens het onderzoek van de nieuwe binnenplaats een kruispunt van Romeinse straten aan de oppervlakte is gekomen. De afgelopen jaren zijn wel vaker stukken van Romeinse straten opgegraven, waarvan één van de mooiste en best bewaarde op de plek van het huidige Aniciuscomplex aan de overkant van de Sacramentstraat. Kruispunten daarentegen komen niet zo vaak tevoorschijn.

Wanneer tijdens het onderzoek dan ook nog een luchtopname met een drone wordt gemaakt (bron: ARON/HcCreate), dan krijg je dit mooie beeld van twee kruisende Romeinse kiezelwegen in de cirkelvormige nieuwbouw van de school. Het wegdek is na meer dan anderhalf millennium natuurlijk niet ongeschonden, maar hetzelfde geldt ook voor onze huidige wegen, maar dan na enkele jaren. Beide wegen zijn geregistreerd en verdwijnen nu onder de afdekking van de binnenplaats. Binnenkort kunnen de kinderen hier dus zonder problemen spelen op een wegenkruispunt.

 

dinsdag 4 april 2017

Fotoarchief Christiaens - een update

Vanaf begin maart zijn we gestart met het digitaliseren van het fotoarchief van de familie Christiaens (vader en zoon). Sindsdien zijn er net geen 1.000 fotonegatieven omgezet naar een digitaal bestand. Het betreft allemaal foto’s uit de beginperiode van Paul Christiaens (eind jaren 1940 en jaren 1950). Voor het merendeel zijn het studiofoto’s (communie, huwelijk, pasfoto’s, etc.) maar hier en daar duiken ook enkele andere foto’s op.

Als bijlage een foto die Paul Christiaens nam van zijn fotostudio die zich toen bevond in de Tieckenstraat.

donderdag 30 maart 2017

Wat is een redemptiedorp?

Naar aanleiding van de blog van gisteren over een brand in Rutten in 1767, werd de vraag gesteld wat een ‘redemptiedorp’ is.

De naam werd gebruikt voor de dorpen Falais (deelgemeente van Braives), Hermal (deel van Oupeye), Rotem (deel van Dilsen-Stokkem), Mopertingen (deel van Bilzen), Paifve (deel van Juprelle) en de Tongerse dorpen Rutten en Nerem.

 

Vanaf de dertiende eeuw tot 1785 was er over deze acht dorpen heel wat discussie met als gevolg heel wat processen maar ook militair ingrijpen.

Het hele verhaal begint in 1202 toen de Duitse keizer Otto IV de acht genoemde dorpen afstond aan hertog Hendrik I van Brabant. De Luikse prins-bisschop verzette zich echter hevig tegen deze schenking. Op die manier kreeg de hertog van Brabant immers gebieden in de rechtstreekse omgeving van Luik.

De hertogen van Brabant (voordien graven van Leuven) waren al langer in conflict met Luik. Het welvarende Brabant zocht gebiedsuitbreiding en botste in het westen tegen het graafschap Vlaanderen, ten noorden Holland en ten zuiden Henegouwen. Daarmee dat Brabant zijn zinnen zette op de oostelijke gebieden : Loon, Luik en Limburg.

Het conflict dat zich afspeelde in de dertiende en veertiende eeuw werd ook wel de Luiks-Brabantse Oorlog genoemd. De oorlog begon in 1204 met het beleg van Maastricht (waarbij Luik en Loon een strafexpeditie begonnen tegen de hertog van Brabant om diens groeiende invloed in Maastricht in te perken). Op dat moment was Maastricht trouwens een zogenaamde tweeherigheid, verdeeld tussen de bisschop van Luik en de hertog van Brabant.

Hoogtepunt in de oorlog werd de plundering van Luik in 1212 en voor ons in Tongeren de dramatische plundering van de stad in 1213 (die de aanleiding was voor de bouw van de middeleeuwse stadsmuur). Het conflict eindigde in 1378 met het zogenaamde ‘bestand van Booienhoven’.

 

Zo werd er beslist dat de inwoners van de acht genoemde dorpen (en dus ook Nerem en Rutten) hun veiligheid moesten afkopen van zowel Brabant als Luik. In het Latijn betekent afkopen ‘redimere’ en vandaar ook het woord ‘redemptiedorpen’. Dit hield bijvoorbeeld in dat de dorpen moesten bijdragen aan het Brabants garnizoen in Maastricht.

 

Met het bestand van 1378 was de hele discussie echter niet gedaan. Het hertogdom Brabant ging over naar de Bourgondiërs en later de Habsburgers. Tot de zeventiende eeuw werd het conflict verder uitgevochten voor de rechtbanken. Maar door het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën (een afscheuring van de Habsburgse, Verenigde Nederlanden door de godsdienstoorlogen) eisten zij de rechten op die de hertog van Brabant vroeger had uitgeoefend.

 

Het was nog wachten tot 1785 tot er een definitief akkoord werd gesloten. In het verdrag van Fontainebleau werd afgesproken dat de redemptiedorpen zouden worden overgedragen aan de Verenigde Provinciën (Nederland). Dat verdrag betekende het einde van de zogenaamde ‘Keteloorlog’ (de naam verwijst naar het feit/legende dat enkel een soepketel als ‘dodelijk’ slachtoffer te betreuren was). Keizer Jozef II probeerde tijdens die oorlog om de blokkade van de Schelde te doorbreken tegen de Nederlanders (die gesteund werden door Frankrijk en Pruisen). Het verdrag bevestigde de sluiting van de Schelde, waarvoor de keizer een schadevergoeding kreeg. Een deel Staatse gebieden werden afgestaan aan de Duitse keizer en dus ook omgekeerd.

De dorpen werden vanaf dan met de Elf Banken van Sint-Servaas Staats-Brabant. In 1795 werden de dorpen door de Bataafse Republiek afgestaan aan Frankrijk en bij de Franse departementen in onze streek gevoegd.

 

Het hele verhaal brengt ons zo bij de vraag wat de relatie met de andere dorpen in Tongeren was, wie de eigenlijke (beroemde!) heren van Nerem-Paifve waren (want dat was vroeger één heerlijkheid en vormde een parochie met Vreren, Diets-Heur en Wihogne) en wat die Elf Banken van Sint-Servaas waren… Maar zoals dat in de verhaaltjes gaat, is dat voor een volgende keer.

 

 

 

 

woensdag 29 maart 2017

Drama in Rutten - 25 april 1767

Op zaterdag 25 april 1767 brak om acht uur ’s avonds brand uit in Rutten. Het vuur startte bij Lambert Tilmans en verspreidde zich naar de woningen van Hendrik Houbrechts, Andries Martens, de weduwe Jan Martens en Jan Ballaes. Bij de brand gingen ook de veestapel, meubels en de graanopslag van die huizen verloren.

Meest dramatisch was echter het overlijden van Maria Mulleners, vrouw van Jan Ballaes, die verstikt geraakte.

 

Om het leed te verzachten vroegen de schout en schepenen van Rutten en pastoor a Campo aan de Staten Generaal van de Verenigde Nederlanden (Rutten was een zogenaamd redemptiedorp) een collecte te mogen houden in het dorp.

De priesters Snellinx en Hermans (verbonden aan het kapittel van Rutten) werden aangesteld om de geldinzameling te houden.

 

Deze officiële vraag werd teruggevonden bij de inventarisatie van een gedeelte van het archief van de schepenbank en gemeente Rutten.

De parochieregisters vermelden eveneens dat Maria Mulleners omgekomen was in de vlammen. Ze liet zeven kinderen na (wel niet allemaal meer in leven) waarvan de jongste 24 jaar was.

 

 

donderdag 23 maart 2017

Een Tongenaar in Geel

Toevallig vonden we gisteren een verwijzing naar een grafschrift van een Tongenaar in de Sint-Dymphnakerk van Geel.

Het grafschrift vertelt : ‘Hier ligt begraven meester Hendrik van Tongheren de Jonge. Goudsmid uit Hasselt. Hij stierf op 27 januari 1448 (1449 in onze tijdsrekening)’.

Boven het grafschrift staat een heel mooie tekening. Het toont de biddende Hendrik van Tongheren, op zijn knieën voor OLV. Links staat de heilige Catharina afgebeeld (zijn link met Tongeren?) en rechts de heilige Dymphna (hetgeen de oudst gekende afbeelding van de heilige in Geel is).

 

Vermoedelijk is hij dezelfde als goudsmid Hendrik van Hasselt die in 1444 de opdracht kreeg om een zilveren processiekruis te vervaardigen voor Daniel van Blochem, kanunnik van Sint-Paulus te Luik.

Er wordt eveneens aangenomen dat hij de zoon is van meester Hendrik die tussen 1398 en 1426 als edelsmid werkte voor het OLV-kapittel van Tongeren. Hij maakte onder andere enkele reliekbeeldjes die zich in de schatkamer bevinden (de bekende zilveren en gouden beeldjes van heiligen). Deze Hendrik senior was de schoonzoon van de gekende Tongerse edelsmid Godfried Gufkens die eveneens enkele bekende stukken uit de schatkamer heeft gemaakt (o.a. de rationalen – soort van broches – van kanunnik van Widoye en kanunnik Cleinjans).

donderdag 16 maart 2017

kunstschilder Ludovic Janssen (1888-1954)

Het Emile Van Dorenmuseum in Genk breidde vorig jaar zijn collectie uit met een reeks foto’s van landschapsschilder Ludovic Janssen. Op deze foto zien we hem aan het werk aan de rand van de Jeker met zicht op de Ursulakapel.

 

Ludovic Janssen (Luik 1888-1954) is vooral gekend als schilder van landschappen. Hij wordt gezien als één van de laatste vertegenwoordigers van de Genkse School (schilders van landschappen in de Limburgse Kempen). Hij kreeg ook al vroeg in zijn loopbaan de eretitel ‘le peintre de la Campine’ die hij deelde met Emile Van Doren.

Dankzij een erfenis moest Ludovic zich geen geldzorgen maken en kon zich volledig aan de schilderkunst wijden.

 

Tongers kunstschilder Paul Noldus (Tongeren 1898-1992) liet zich onder andere door zijn werk beïnvloeden.

 

Voor meer info over hem zie :

https://nl.wikipedia.org/wiki/Ludovic_Janssen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Genkse_School

http://www.emilevandorenmuseum.be/

http://www.hemotech.be/belisch/pages/artists/JL2.html

 

 

Met dank aan Sandra Weekers.

woensdag 15 maart 2017

De Tongenaar in de greep van de adelaar

Afgelopen jaar werd door de dienst erfgoed van de stad het derde deel van hun trilogie over de Tweede Wereldoorlog in Tongeren voorgesteld. Naar aanleiding van deze publicatie interviewde Tijs Posen heel wat mensen over de oorlogsperiode.

De volledige film wordt voor de eerste maal afgespeeld op dinsdag 28 maart om 20u30 in De Velinx. Tickets kunnen gekocht worden via http://www.develinx.be/tijs-posen

De film bevat uniek beeldmateriaal en is een testament van de laatste oorlogsgetuigen.

Een aanrader !!!

woensdag 8 maart 2017

Verdwenen Jekerbrug ontdekt

Bij de infrastructuurwerken aan de Jeker werden eind februari de restanten van een oude Jekerbrug ontdekt (in het geel aangeduid op de luchtfoto – in het rood is het Romeinse stratenpatroon aangeduid). De werken gebeuren in opdracht van Infrax en kaderen in het terug open leggen van de Jeker.

Op de foto’s is de mergelstenen aanzet van de verdwenen middeleeuwse brug te zien. De brug, voor het eerst vermeld in de veertiende eeuw, lag beneden aan de Sint-Jansstraat en was de verbinding met de Sint-Jansmolen.

Op de foto’s is eveneens een restant van een bakstenen kademuur te zien die zich bevond aan de overkant van die molen.

 

Met dank aan stadsarcheoloog Dirk Pauwels voor de foto’s en de melding.

 

 

dinsdag 7 maart 2017

Een pleister op de wonde

Vorige maand ontvingen we van Jean-Jacques van Ormelingen twee mooie manuscripten. Het eerste is een statutenboekje uit 1629 dat in 1790 toebehoorde aan kanunnik Moreau.

De statuten van het OLV-kapittel regelden de volledige organisatie van het kapittel : eucharistievieringen, het omgaan met relieken, het aanstellen van kanunniken, de afwezigheid van kanunniken, vergaderingen, de kloosterhuizen, de jaargetijden, de rechten van de deken en het kapittel, het ambt van cantor (zanger), de scholasticus (leraar), de tonsuur en de klederdracht, enzovoort.

Ook werden in de statuten leefregels geformuleerd zoals de omgang met ‘verdachte vrouwen’ en het houden van ‘concubines’.

De oudste statuten dateerden uit de dertiende eeuw en werden een aantal keer herschreven. Maar de meest gekende waren deze uit 1629. Ieder kanunnik had die in principe in huis en zou ze ook moeten kennen.

 

Het ander manuscript is van apotheker Janssen en dateert uit het einde van de achttiende eeuw. Het boekje bestaat uit recepten voor allerhande medicijnen en uit behandelmethodes, zogenaamd ‘composita galenica’.

Apothekers maakten in die periode nog steeds uitgebreid gebruik van planten en kruiden. Heel populair waren de tincturen, brouwsels op alcohol.

De apothekers waren in die periode ook niet meer zo onbetrouwbaar als hun middeleeuwse voorgangers. Hun status was er ook op vooruitgegaan en ze behoorden tot de meest vooraanstaande burgers. Maar als we de recepten lezen valt toch het gebrek aan medische kennis op.

Zo is er het voorbeeld van een pleister die voor alles en nog wat goed was. Gaande van open wonden tot jicht…

 

 

 

woensdag 22 februari 2017

Zuster Theodorine

Gisteren waren we te gast in het klooster van de Kruisdochters te Genk. Aanleiding was een artikel dat we in september hebben gepost over een Tongerse zuster die in India even bekend is als Moeder Theresa.

http://archief3700.blogspot.be/2016/09/post-uit-india.html

In die blogpost verwezen we ook naar een dagboek van zuster Theodorine, geboren in Tongeren in 1832 als Marie Caroline Mevis. De zusters in Genk bewaren een uitgave van dit dagboek alsook een Engelstalig werk over haar.

Haar getuigenis leest als een trein. Het verhaal van hoe ze in India terecht kwam, daar leefde en haar belevenissen, haar thuiskomst en verdere werk geven een toch wel heel bijzonder beeld van een missionaris in de negentiende eeuw.

 

Maar het verhaal is hiermee nog niet gedaan. Op 29 april aanstaande wordt het lichaam van zuster Theodorine overgebracht van het klooster in Rue Hors Chateau in Luik naar de kathedraal daar om een erebegraafplaats te krijgen.

 

https://fr.wikipedia.org/wiki/Filles_de_la_Croix_(de_Li%C3%A8ge)  

vrijdag 17 februari 2017

aanpassing website www.beeldbanktongeren.be

Om het gebruiksgemak te verhogen van de beeld- en archiefbank, is een handige boomstructuur toegevoegd aan de website om de archieven gemakkelijker te kunnen raadplegen. http://beeldbanktongeren.be/index.php/Archievenoverzicht

In de loop van de maand maart zal ook het uitzicht van de website veranderen en zal het zoeken sneller kunnen gebeuren. Hierna zullen nog voor de zomer een 5.000-tal nieuwe afbeeldingen opgeladen worden.

donderdag 16 februari 2017

100 jaar spoorlijn Tongeren-Aken

De VRT geeft sinds 2014 een overzicht van hetgeen exact honderd jaar geleden gebeurde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze hebben daarbij aandacht voor de gebeurtenissen aan het front en in de rest van Europa, maar ook voor het dagelijkse leven in die tijd.

Deze week staat er in het weekoverzicht een stukje over de spoorlijn Tongeren-Aken die vanaf 1915 werd aangelegd en op 16 februari 1917 opende, vandaag exact honderd jaar geleden.

http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/14-18/1.2891604

https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorlijn_24

http://users.skynet.be/fa393867/spoorweg/tab.html

maandag 13 februari 2017

Nieuw boek : de Sint-Truiderstraat vroeger en nu

Wie weet in Tongeren nog de Schaapsmarkt zijn? Of het oude Munthuis?  Het antwoord is in de Sint-Truiderstraat, of zoals in de volksmond wordt gezegd ‘de Kruisstraat’.

Wist je trouwens dat al de huizen in de straat afbrandden in 1677?  En dat er zich een refugiehuis van een heel bekende abdij in de straat bevond? En dat er een waterput met een reukje aan was?

Dit en nog veel meer komt aan bod in een publicatie die werd samengesteld door het Stadsarchief in een uitgave van het Geschiedkundig Genootschap.

Van élk huis is getracht de geschiedenis te achterhalen, van de middeleeuwen tot nu. Het boek wordt aangevuld met tal van oude foto’s die nog niet eerder gepubliceerd zijn. Per huis zijn er foto’s, overzichtsplannen en een oplijsting van eigenaars en bewoners opgenomen in het boek.

Deze unieke publicatie, in kleur en 272 pagina’s tellend, verschijnt begin juni 2017.

Iedereen die op voorhand wil intekenen kan dit door het storten van 27,50 euro op rekeningnummer BE67 4538 2141 5187 van het Geschiedkundig Genootschap met vermelding van ‘boek Kruisstraat’ en naam en adres.

Intekenen kan tot 1 april. Nadien is het boek te koop in de boekhandel aan 30 euro.

 

vrijdag 10 februari 2017

Uniek beeldmateriaal

De stad Tongeren is een unieke collectie beeldmateriaal rijker! Gisteren werd in het stadsarchief de overeenkomst getekend tussen de stad Tongeren en de familie Christiaens voor het in bewaring geven van hun fotoarchief.

Het fotoarchief van vader Paul en zoon Erik Christiaens beslaat de periode 1949-2005 en bestaat uit vele duizenden fotonegatieven, glasnegatieven, enzovoort. Behalve portretfoto’s, zitten in dit archief ook heel wat foto’s van feesten, belangrijke gebeurtenissen en stadszichten.

Het digitaliseren en inventariseren van dit voor Tongeren zeer bijzonder archief gaat heel wat tijd in beslag nemen. Ook zal er een onderscheid gemaakt worden tussen de zogenaamde publieke foto’s en de studiofoto’s of foto’s uit de private sfeer.

Via de blog op www.geheugenvantongeren.be en via andere kanalen zullen we regelmatig een stand van zaken geven van de ontsluiting van dit fotoarchief.

 

Met hartelijke dank aan Erik en de familie Christiaens om dit archief in bewaring te willen geven !

maandag 6 februari 2017

Het achterste van twee paarden

Het achterste van twee paarden is samen gemeten 1,43 meter (zo werd bepaald in de Romeinse Tijd). Twee paarden waren nodig om een (strijd)wagen voort te trekken. De wegen werden hier ook op voorzien. Doorheen het Romeinse Rijk werden heerbanen gelegd met wielsporen die op voorhand werden gemaakt. Omdat deze wegen zo lang in gebruik bleven, werd die 1,43 meter bijna de standaardmaat voor een wielspoor. In Engeland werd dezelfde maat als de karrensporen gebruikt voor de eerste trams. De treinen werden op het model van de trams gemaakt, waarbij dezelfde maat werd gehanteerd.

En zo komt het dus dat onze spoorlijnen even breed zijn als het achterste van twee paarden.

 

Hier de link naar het artikel waarin het eerst de relatie werd gelegd tussen de breedte van de spoorrails en het Romeinse wegennet http://trove.nla.gov.au/newspaper/article/62159153

 

Met dank aan Jean Thysen om dit interessante weetje te delen.

donderdag 2 februari 2017

Romeinen in Lego

Geschiedenis en Lego die samenkomen… hierover moet ik toch even reclame maken.

 

In het Museactron van Maaseik loopt nog tot 5 maart de tentoonstelling ‘Romeinen in Lego’. http://toerisme.maaseik.be/romeinen-in-lego-stenen

Enkele archeologen hebben zich de afgelopen jaren bezig gehouden met het in Lego uitbeelden van allerhande Romeinse gebouwen. Dit resultaat is nu te zien in het museum van Maaseik.

Zo zie je onder andere hoe een badhuis werkt, leer je over de godenwereld, zie je een Lego-begraafplaats met tumulus, een Romeins haventje, het Colosseum, een ‘castellum’, enzovoort.

Vooral de maquette is heel indrukwekkend. In deze mini-Romeinse wereld komen al de gebouwen aan bod die we kennen uit de Romeinse geschiedenis.

Je krijgt spontaan zin om zelf (terug) aan de slag te gaan met de kleine blokjes.

 

 

maandag 30 januari 2017

Archives Portal Europe

Vanaf vandaag zijn de inventarissen van het stadsarchief ook te raadplegen via het Archives Portal Europe. Dit Europees project startte enkele jaren geleden op initiatief van de nationale archieven.

Ondertussen zijn bijna 7.000 archiefinstellingen uit Europa vertegenwoordigd. In België zijn echter alleen de inventarissen van de Rijksarchieven te raadplegen.

Maar sinds vandaag (als eerste stadsarchief in België !) zijn er meer dan 35.000 beschrijvingen van het stadsarchief te raadplegen via de Europese website. Vooral voor historische onderzoekers is het Archives Portal Europe een belangrijk werkinstrument.

Behalve via www.archivesportaleurope.net kan je nog steeds onze inventarissen en beeldbank raadplegen via www.beeldbanktongeren.be  Die laatste wordt momenteel trouwens in een nieuw jasje gestoken.

donderdag 26 januari 2017

In 1694 wisten ze het al

Alvorens verder te lezen en om ruzie te voorkomen, de titel is ludiek bedoeld…

Op 17 juni 1694 schrijft de Schotse graaf James of Perth een brief naar zijn zus. In die periode maakte de graaf een reis in Europa en hield zijn zus per brief op de hoogte van die reis.

Graaf James en zijn vrouw kwamen de dag voordien uit Aken waarna ze een tussenstop maakten in Maastricht om te overnachten. Daar ontmoeten ze een jonge baron die zelfs Engels had geleerd (de verwondering bij het Schotse echtpaar was blijkbaar heel groot). Hij wilde zich aan de wereld onttrekken en kapucijner-monnik worden. Hij vertelde zijn levensverhaal en iedereen was die avond in tranen…

De volgende dag ging de reis verder via Tongeren (het echtpaar was onderweg naar de kust). Hier zaten ze aan tafel met een mevrouw uit Antwerpen die naar die stad terugkeerde (Tongeren was een tussenstop voor reizigers om het middagmaal te nuttigen). En van vrouwen uit Antwerpen wist de graaf “who generally are of no quality, proud, rich and uneasy to please”. De echtgenote van de graaf en de Antwerpse dame kregen uiteindelijk ook ruzie over de hertogin van Arenberg die de Antwerpse absoluut niet kon uitstaan… Of waar ruzies over kunnen gaan…

 

Wie meer wil weten over de graaf van Perth https://en.wikipedia.org/wiki/James_Drummond,_4th_Earl_of_Perth De hertogin van Arenberg is vermoedelijk Marie-Henriette de Cusance, weduwe van Karel Eugenius van Arenberg. https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_Eugenius_van_Arenberg

 

 

dinsdag 17 januari 2017

Schatten uit de bodem : de oorlogsmedaille van Joseph Detré (1914-1918

Recent werd door erkende metaaldetectorist Eddy Huygens (Edd) een oorlogsmedaille teruggevonden in een veld tussen Blaar en Berg. Het betreft de herdenkingsmedaille die werd uitgegeven door de stad Tongeren in 1920. Iedere Tongerse oudstrijder van de Eerste Wereldoorlog had hier recht op. In het stadsarchief bewaren we een lijst van iedereen die de medaille ontving. Bij de medaille hoorde een lintje en een bewaardoosje.

Het gaat dus om een uniek stuk. De oorspronkelijke eigenaar van de medaille is ook gekend, want zijn naam staat op de achterzijde vermeld : Joseph Detré.

In de lijst waarvan we spraken, bevindt zich een Jean Detré die op 6 november 1892 in Vliermaal geboren werd (zoon van verder Pierre Detré en Elise Simons). Gezien dat die lijst toch wel als volledig mag worden beschouwd (omdat de namen in de medailles gegraveerd moesten worden) veronderstellen we dat de Joseph Detré en de Jean Detré van de lijst dezelfde zijn.

Zijn vader had zich op het einde van de negentiende eeuw in Tongeren gevestigd en woonde op de Maastrichtersteenweg.

Na de oorlog huwde Jean Detré met Catherine Lox. Hij overleed in 1956. Heel zijn leven bleef hij op de Maastrichtersteenweg wonen. De vondst van de medaille is niet heel ver uit de buurt.

 

woensdag 11 januari 2017

Een molen in de Hondsstraat

In de registers van de gemeenteraad werd door een medewerker van het stadsarchief recent nog een interessante ontdekking gedaan ; een molen in de Hondsstraat. De molen werd vermeld in 1874 toen de Hondsstraat werd verbreed. In die periode werd de straat trouwens ook doorgetrokken naar de omwalling. Hiervoor moest het huis van de familie Portugaels verdwijnen. Voordien maakte de straat een bocht via de huidige Kleine Hondsstraat naar de Putstraat.

De Hondsstraat, hoewel een korte straat met vroeger weinig bewoning, heeft desondanks een boeiende geschiedenis. Er is het verhaal van de Joden en Lombarden (geldschieters), de Berg der Barmhartigheid, het imposante Huis van Thys, sporen van een pottenbakkersfabriek en zelfs een wijngaard. Om nog niet te spreken over de Romeinse vondsten…

Maar nu dus ook een molen.

 

Je hebt verschillende soorten molens, afhankelijk of ze worden aangedreven door wind, water, elektriciteit of stoom, menselijke kracht (bv. een tredmolen) of dieren (bv. een rosmolen).

Ook de toepassing van molens zijn heel divers. Zo vinden we doorheen de geschiedenis in Tongeren sporen terug van een korenmolen, moutmolen, oliemolen, zaagmolen en volmolen.

Meest bekend zijn de molens op de Jeker (en uiteraard ook de andere waterlopen in Tongeren). En een “speciaal geval” is de molen die in de zeventiende eeuw op de omwalling stond tussen de huidige Bilzer- en Hasseltsepoort.

 

In de Hondsstraat gaat het vermoedelijk over een rosmolen (aangedreven door dieren), gebouwd begin jaren 1860. Een watermolen is niet mogelijk, een windmolen zou gekend zijn en voor een elektrisch- of stoomaangedreven molen is het nog te vroeg. En tredmolens aangedreven door mensen was daarbij niet meer gebruikelijk.

We kennen zelfs de molenaar : Victor Marie Lequieu (°Blandecq 1826) die de molen uitbaatte met zijn vrouw Hubertine Fabry en twee molenaarsknechten. Zij verhuisden in 1873 naar Luik waarna de molen (ook als fabriek bestempeld) in eigendom kwam van Jan Massa en Hendrik Machiels (Michiels) die het gebouw in 1881 lieten heropbouwen tot een woonhuis. De vraag blijft voorlopig wat er gemalen en gemaakt werd…