woensdag 23 september 2015

Het kaartboek van het kapittel van OLV (1793)

Afgelopen zomer werd het kaartboek van het kapittel van OLV gedigitaliseerd door Albert Knapen. Het werd eerder al in 2013 gerestaureerd door Anja Vanderhoydonck van atelier De Vergure. Het kaartboek is één van een vijftal uitgebreide cartografische werken die we in het stadsarchief bewaren. De ontstaanscontext en de uitvoerder van de opmetingen zijn echter bijzonder…

 

In 1792 besliste het kapittel van OLV om een opmeting van haar goederen te doen. De opdracht werd toegekend aan Jacques-Arnaud Gérardot de Sermoise (° 1769 te Brie, Frankrijk). Een hele boterham, hij ondertekende zelf meestal als “Jacques de Sermoise”.

Op zich stellen deze gegevens niet heel veel voor. Het gebeurde regelmatig dat een (geestelijke) instelling zijn goederen liet opmeten of in kaart brengen, enkel het tijdstip en de uitvoerder zijn wel bijzonder. Daarbij moeten we ook vermelden dat het kaartboek, waartoe alle werk leidde, het enige cartografische document van het OLV-kapittel is.

De opdracht werd beslist in 1792 en uitgevoerd in 1793. In volle revolutietijd dus!  Amper drie jaren later zou het kapittel zelfs opgeheven worden. Laten we kort de situatie in Tongeren schetsen. De revolutietijd begon hier in augustus 1789. Op 18 augustus werd het Luikse stadhuis bezet. Directe aanleiding waren de ideeën achter de Franse Revolutie met als hoogtepunt de bestorming van de Bastille op 14 juli. 20 augustus werd ook het Tongerse stadsbestuur naar huis gestuurd en vervangen door een zogenaamde patriottische raad. Een week later vluchtte de Luikse prins-bisschop naar Trier en toen was het hek van de dam. En nu volgt een ingewikkeld verhaal…

De oude ordonnanties en edicten werden nietig verklaard en “de macht werd aan het volk gegeven”. De “coup” duurde echter niet lang. Op aansturen van de gevluchte prins-bisschop namen Pruisische troepen op 24 november 1789 Luik in en twee dagen later kwam het oude stadsbestuur in Tongeren terug aan de macht. Maar niet voor lang, de revolutiestrijd sleepte aan en op 30 april 1790 werd het stadhuis opnieuw door de patriotten ingenomen. De situatie escaleerde verder door de oprichting van een Luiks nationaal leger, waar Tongeren en Tongenaren gretig aan deelnamen.

Nu waren het de Oostenrijkers die de macht probeerden te herstellen en op 24 januari 1791 werd het oude stadsbestuur voor de derde keer terug aangesteld !

Einde 1792 versloeg de Franse revolutionaire generaal Dumouriez de Oostenrijkers bij Jemappes waardoor de patriotten terug de teugels in handen kregen in Tongeren. Maar weeral niet voor lang want in maart 1793 moesten de Fransen terug wijken en werd het oude stadsbestuur voor de vierde keer terug aangesteld !

Pas na de Slag bij Fleurus op 26 juni 1794 keerden de Franse troepen onder leiding van generaal Jourdan terug naar onze stad. En dit keer definitief, of tenminste toch tot 1815.

Op 1 oktober 1795 werd het prinsbisdom Luik, en dus ook Tongeren, officieel bij de Franse Republiek gehecht en behoorde onze stad tot het “Département de la Meuse Inférerieure” met als hoofdplaats Maastricht. Van groot belang voor ons was het verschijnen van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in 1796 dat alle oude wetten en gebruiken verving. Verder waren ook de verschillende decreten uit 1794-1795 van belang. Die regelden de uitoefening van de eredienst alsook de bekende eed van trouw aan de republiek en de eed van haat aan het koningdom. Hierdoor ontstond veel verwarring en verzet. Vele geestelijke weigerden de eed af te leggen en werden vervolgd. Een ander gevolg was dat de kerkelijke goederen eigendom werden van de staat en als dusdanig werden verkocht. Kloosterlingen kregen staatsbonnen en kloosters werden opgeheven. Enkel het begijnhof en het gasthuis in Tongeren kregen een speciale behandeling (omdat ze verzorgende instellingen waren en ze niet dezelfde regels volgden als kloosterlingen). Het OLV kapittel werd opgeheven en pas met het concordaat tussen de paus en Napoleon (1801) werd onze basiliek terug als kerk heringericht.

Een lang verhaal om te duiden in welke tijd het kaartboek tot stand is gekomen. De redenen om dit kaartboek op te stellen lijken van puur economische aard te zijn. Men had een duidelijk overzicht nodig van alle gronden die eigendom waren van het kapittel, waar dat jaargetijden op stonden, etc. Maar toch kan het geen toeval zijn dat net in 1792-1793 wordt beslist om dit document op te stellen.

 

Wanneer we verder kijken naar de cartograaf die de kaarten tekende, leidt dit enkel tot een nog mooier verhaal.

Jacques de Sermoise kwam in 1792 met het Franse leger in Tongeren aan en toen dit zich in maart 1793 terugtrok verkoos hij in Tongeren te blijven. Met die korte mededeling over zijn aankomst in Tongeren moeten we het doen. In ieder geval kwam hij hier niet aan als “émigré” en was hij op één of andere manier verbonden aan het leger. Toen de Fransen in 1794 terug te Tongeren waren, werd hij geregeld belast met opdrachten die “veel tact” vereisten. Zo werd hij op 17 december 1795 naar Maastricht gestuurd om er namens de stad een uitstel van betaling van belasting te bekomen.

In 1796 werd hij echter verdacht van koningsgezindheid en in Maastricht opgesloten. In april 1797 bleek dat de beschuldigingen niet hard konden gemaakt worden en werd hij terug in vrijheid gesteld. In 1805 was hij landmeter en wordt in die hoedanigheid aangesteld als opmeter voor het tracé van de nieuwe steenweg van Tongeren naar Maastricht en in 1817 (Nederlands bestuur) voor de aanleg van de Sint-Truidersteenweg.

Vanaf 1821 was hij ook gemeenteraadslid in Tongeren. In 1843 werd hij geridderd in de orde van koning Leopold “voor zijn talent en inzet, getoond bij de werken aan de eerste brug over de Maas te Seraing”. Hij overleed op 9 mei 1852 in Tongeren.

Een korte biografie over een zeer veelzijdig en onderlegd iemand. Hij was duidelijk geschoold en bekwaam en ook niet onbemiddeld toen hij in Tongeren aankwam. Zo hebben we ook een duidelijk overzicht van zijn eigendommen (waaronder kanunnikenhuis III).

Maar we wijken te ver af want over de persoon Jacques de Sermoise valt duidelijk heel wat te vertellen.

 

Met de restauratie en het digitaliseren van het kaartboek van het OLV-kapittel wordt weer bijgedragen aan de goede bewaring en valorisatie van een belangrijk historisch document.

Maar zoals gesteld zijn er heel wat boeiende verhalen te vertellen over dit document, de tijd waarin het tot stand gekomen is en de uitvoerder ervan.