dinsdag 5 juli 2016

Back to the Fifties

Tijdens de zomermaanden brengen we iedere weekdag een verhaal over Tongeren tijdens de Fifties. Je kan dit volgen via www.geheugenvantongeren.be of via onze facebookpagina www.facebook.com/stadsarchief.tongeren

De komende twee maanden gaat het dan ook een beetje rustiger zijn op de blog. Hoewel er nog veel te vertellen is! Wie kent de heren van Sluizen en wist je dat er vroeger twee molens in Sluizen waren, of beter gezegd drie. Wat deden de voorouders van Piet Peumans in Tongeren? Wist je dat het standbeeld van Ambiorix in september 150 jaar op de markt prijkt…. Maar dat is allemaal voor na de zomer.

 

Het project over de Fifties is er echter niet zomaar gekomen. Behalve het bewaren en verzamelen van archief, wil het stadsarchief ook een maatschappelijke rol spelen. Deze functies met elkaar gekoppeld, leiden tot een project over reminiscentie (om het met een moeilijk woord te zeggen). Het komt er op neer om met huidige waarnemingen (foto’s, verhalen, film, muziek, …) een gedachte, gevoel, … van vroeger te herbeleven. De hele idee erachter is om zeventigers en tachtigers (en ouder) die jong waren in de jaren vijftig die periode te laten herbeleven.

Maar in het voorjaar van 2017 nog veel meer hierover !

 

Geniet van de verhalen. Eigen inbreng en beeldmateriaal ter aanvulling zijn steeds welkom!

 

vrijdag 1 juli 2016

Publicatie 150 jaar Ambiorix

In september 2016 staat het standbeeld van Ambiorix 150 jaar op de Tongerse markt. Voor het geschied- en oudheidkundig genootschap was dit een aanleiding om een publicatie over het beroemde beeld te brengen.

Auteur Frits Berckmans beschrijft in een 64-pagina’s tellend werk het ontstaan van het beeld. Hij vertelt over beeldhouwer Jules Bertin en weerlegt feit en fictie die het beeld omgeven.

 

De publicatie is te koop bij Toerisme Tongeren, stadsarchief Tongeren en Standaard Boekhandel aan de prijs van 8 euro.

 

donderdag 30 juni 2016

Schepenbank van Sluizen, 1447-1796

Vandaag werd aan de beeld- en archiefbank de vernieuwde inventaris van de schepenbank van Sluizen toegevoegd.

Tot nu toe waren enkel de registers geïnventariseerd. Enkele tientallen dozen “losse stukken” en “diversen” werden nooit bekeken.

In totaal telt de inventaris nu 983 stukken voor de periode 1447-1796.

 

Het merendeel van de stukken betreft processen over renten, gronden, het niet betalen van pachten, … en stukken over “krakeel”, herbergruzies en vechtpartijen.

Behalve die stukken zijn er ook heel wat openbare verkopingen, aanstellingen van schepenen, tellingen en lijsten.

 

De schepenbank van Sluizen was één van de Elf Banken van Sint-Servaas. Vanaf de oudste bronnen wordt dat kapittel uit Maastricht als grondheer vermeld. Vanaf 1785 werd de Hollandse Staten-Generaal grondeigenaar.

De parochie hing af van de kerk van Mal waarvan de pastoor door het kapittel van Tongeren werd aangesteld. Enkel het stukje Vinave (Neer-Sluizen) hing af van de parochie Glons en was Franstalig.

 

De inventaris is te raadplegen via http://www.beeldbanktongeren.be/index.php/schepenbank-sluizen-1712;isad

 

 

woensdag 29 juni 2016

Overstromingen van 1891

De recente regenlast en overstromingen zijn niet enkel een fenomeen van deze tijd zoals deze foto toont.

De foto werd genomen door iemand van de familie de Schaetzen vanop de toren van de basiliek. In het midden zie je de Sint-Janskerk met rechts “de Benedictinnen”.

Vanaf de Kastanjewal staat alles blank.

De regenval van 1891 (eind januari – begin februari) zorgde in heel Europa voor overlast. In ons eigen land is de overstroming van Leuven het meest bekend, maar vooral Frankrijk had veel te lijden.

Het zou duren tot de jaren 1950 alvorens het gebied vanaf Koninksem en Offelken langs de Motten tot aan de Kevie en Blaar, dankzij de ingrijpende werken aan de Jeker, meer gespaard bleven van dit soort overstromingen.

maandag 27 juni 2016

Tongeren en Compostela

Van 25 juni tot 14 juli (10u-18u) loopt in de winkel naast het kroningssecretariaat (Hospitaalplein) een fototentoonstelling van Tongenaren die naar Santiago de Compostela geweest zijn.

Maar hoe kwam Tongeren nu in contact met deze heilige en Noord-Spaanse stad?

 

In eerste instantie gebeurde dit om vrome redenen. Eén van de oudste vermeldingen van pelgrimage naar Compostela vinden we terug in een belangrijke legende voor deze streek, die van Sint-Evermarus. Om het verhaal kort te houden. Evermarus was een Fries edelman die leefde in de zevende eeuw. Hij bezocht met een aantal gezellen het graf van Sint-Jakob in Compostela. Bij terugkeer passeerde hij langs het graf van Sint-Trudo in Sint-Truiden en wilde via Tongeren naar het graf van Sint-Servaas gaan in Maastricht. In Rutten werd hem onderdak geboden door de “kasteelvrouwe” die echter waarschuwde voor haar man die een heiden was. Toen Evermarus en zijn reisgezelschap Rutten verlieten, werd dit ontdekt door “Kasteelheer” of “rovershoofdman” Hacco. Deze zette de achtervolging in en doodde Evermarus en zijn zeven gezellen. Uit dit verhaal zouden de latere processie naar en het evocatiespel van Evermarus te Rutten ontstaan. Dit wordt nog ieder jaar op 1 mei gevierd.

Zover de legende. Wat echter geen legende is, is dat in de tiende eeuw een kapel of kleine kerk werd gebouwd te Rutten op de plek waar nu de Sint-Evermaruskapel is gelegen. Dit zou in opdracht gebeuren van pastoor Ruzelius van Rutten in 968. De kapel werd in opdracht van abt Wedericus van Burtscheid vervangen door een stenen. De Luikse bisschop Theoduinus (1048-1075) weigerde echter deze te wijden tot hij een visioen kreeg. Zo werd de kapel alsnog in 1060 ingewijd door hem.

Het verhaal van Evermarus speelt zich weliswaar af in een tijd toen er nog geen sprake was van pelgrimage naar Compostela, maar bij de bouw van een kapel voor hem in tiende eeuw was hier wel degelijk sprake van.

Een volgende vermelding van pelgrimage dateert uit 1014 toen een monnik van de Sint-Jakobsabdij uit Luik relieken van Sint-Jakob mee terug nam. En in 1065 vond een “massale” pelgrimage plaats naar Compostela onder leiding van Robrecht, monnik van diezelfde Sint-Jakobsabdij te Luik. Hier namen ook Tongenaren aan deel.

Komt daarbij ook nog dat tal van ridders en edelen uit onze streken graag gingen vechten in het buitenland als een soort van huurlingen. We vinden ze terug aan de grenzen van toenmalig katholiek Europa. In de Baltische staten, Oost-Europa en bovenal in Spanje bij de veroveringstochten tegen de Moren.

Bewijzen van contacten tussen onze streek en Spanje zijn nog terug te vinden in de schatkamer van de OLV-Basiliek. Enkele van hun oudere textilia, reliekbeursjes, zijn afkomstig uit twaalfde- en dertiende-eeuws Spanje.

Niet iedereen ging echter om vrome redenen op bedevaart. Er waren ook zogenoemde straf- of boetebedevaarten. Bij verbanning moest de gestrafte zich in die periode op bedevaart begeven. Het canonieke recht maakte zo onderscheid tussen een grote strafbedevaart naar Rome, Santiago de Compostela, Keulen en Canterbury en een kleine strafbedevaart naar Rocamadour in Frankrijk. De wereldlijke rechtbanken namen deze boetes over en vanaf de dertiende eeuw vinden we zulke uitspraken terug. Voor Tongeren werden van klein naar groot volgende oorden als strafbedevaart genoemd : Rocamadour, Compostela en Rome.

Een veroordeelde moest zijn reis beginnen binnen veertig dagen na uitspraak van de straf. Zijn kleding moest zijn : een vilthoed, grove mantel van wol, een kalebasfles, pelgrimsstaf en een vrijgeleide. Dit is bijna het typische beeld dat we van een pelgrim hebben. Op reis mochten ze niet langer dan één dag op dezelfde plek blijven. Aangekomen in Compostela werd er gebiecht in de kathedraal en naar de communie gegaan. Hierna kreeg de veroordeelde een certificaat dat de straf was voldaan. En heel typisch ; er werden Sint-Jakobsschelpen terug mee naar huis genomen als extra bewijs.

Vanaf de veertiende eeuw werden echter steeds meer van deze strafbedevaarten afgekocht en vanaf de vijftiende eeuw stelt de schepenbank heel duidelijk ; ofwel ging men op bedevaart ofwel kocht men zijn straf af. Samen met de opkomst van meer lokale bedevaartsoorden zoals ook Scherpenheuvel en het ontstaan van lokale processies en bedevaarten zoals Maastricht, Hasselt, Susteren, Aken, … maar ook Tongeren zelf, daalde het aantal tochten naar Spanje zienderogen.

Santiago de Compostela zelf werd tijdens de Napoleontische oorlogen veroverd en geplunderd waarna de overblijfselen van Sint-Jakob bijna een eeuw “verdwenen” in de crypte van de kathedraal daar. Pas in de twintigste eeuw kwamen de pelgrimstochten terug op gang. Met de opname van de Spaanse routes op de Unesco-lijst in 1993 en de Franse in 1998 kenden de pelgrimages en het bijhorende toerisme nieuwe hoogtepunten.

 

(bron : “Zorgende handen. Een geschiedenis van het Sint-Jacobusgasthuis te Tongeren”).

 

 

woensdag 15 juni 2016

De toren van de basiliek

De toren van de basiliek, of toen nog OLV-kerk, of beter gezegd de toren die toen nog als belfort gebruikt werd…

De afbeelding werd gevonden in de resolutieregisters van de stad. Die beginnen in 1477 en eindigen in de Franse Tijd (1797) en bevatten al de beslissingen die de stad nam. Een beetje te vergelijken met nu de beslissingen van het schepencollege en de gemeenteraad.

Hier en daar worden die registers opgevrolijkt met een kleine tekening, vooral het wapenschild van Tongeren. Maar dus ook deze afbeelding van de toren van de basiliek.

 

De afbeelding toont niet de oorspronkelijke toren van de gotische kerk want dat was een zestiende-eeuwse houten spits die in 1598 afbrandde na een blikseminslag

De toren dateert echter uit de periode 1662-1677 en brandde eveneens af. Ditmaal door een vuur dat aangestoken was door Franse troepen.

Hij staat onder andere afgebeeld op een kopergravure en op het schilderij De Grote Brand van Tongeren.

Na 1677 werd de toren vervangen door een iets kleiner en minder rank exemplaar. Dat moest op zijn beurt weer wijken voor een nieuwbouwproject. Men plande een neogotische, stenen spits, een beetje te vergelijken met de toren op de kathedraal van Antwerpen.

Maar zoals bekend eindigde men net boven de klok met een platform. En vandaar dus dat de basiliek nu geen toren meer heeft.

donderdag 9 juni 2016

Lambertine de Renesse (1670-1728)

Zonet vonden we dit hele mooie zegen terug. Het behoort toe aan Lambertine Felicité de Renesse (°1670 ’s-Herenelderen - +1728 Munsterbilzen). Ze was de jongste van veertien kinderen van Joris Frederik de Renesse, heer van Elderen en Oostmal (1611-1681) en Anna Margaretha van Bocholtz (1628-1692).

Als abdis van Munsterbilzen (1715-1728) was ze prinses van het Heilig Roomse Rijk en vrouwe van de dorpen Munsterbilzen, Kleine-Spouwen, Wellen, Haccourt en Hallembaye.

 

Het zegel is gehecht aan een verpanding van een stuk grond voor EH Bertrand de Waseige die in proces was tegen Nicolaas Arnold de Malte uit Sluizen.

Op het zegel staat het wapenschild van de familie de Renesse met in de kwartieren 1 en 4 de leeuw van de familie Renesse en in 2 en 3 de spitsruiten van de familie van Hamal-Elderen.

 

Op de website http://www.guide2womenleaders.com/womeninpower/Princess-Abbesses_2.htm is een lijst te vinden van al die abdissen-prinsessen in het Heilig Roomse Rijk, onder andere ook die van Burtscheid (tiendheffers in Lauw en Rutten en cfr. hun tiendschuur in de Jekerstraat). Van Lambertine de Renesse is op dezelfde website een afbeelding te vinden onder het jaartal 1715-1728.